47
3
e
Niet veel meer werd bereikt door een dergelijk schrijven
aan 30 arbeidsbeurzen in West-Duitschland. Ofschoon toen
ter tijde stellig behoefte aan arbeidskracht in deze streek
bestond, toonden zich slechts zeer enkele Duitsche beurzen
bereid Nederlanders te plaatsen, en waar dit geschiedde,
was de uitslag weinig bevredigend. Wederom werd in tal
van gevallen de ervaring opgedaan, dat de Nederlandsche
arbeider in Duitschland moeilijk aarden kan.
Meer uitkomst beloofde aanvankelijk een verzoek om ar
beidskrachten van de Directie eener groote kolenmijn nabij
Duisburg. Nadat de Directeur zich ter plaatse vergewist
had van de levensomstandigheden en voorwaarden, waar
onder gearbeid werd, verleenden Burgemeester en Wethouders
machtiging tot het uitzenden, bij wijze van proef, van vijf
gezinnen, bestaande uit 10 volwassen personen en 10
kinderen. Ruim een maand later begaf zich de Directeur
■weer daarheen, ditmaal vergezeld van een der leden-werk-
lieden van het Bestuur. Ondanks eenigen tegenspoed, ver
oorzaakt doordat het goed 8 dagen aan de grens was blijven
staan, bleken de omstandigheden en vooruitzichten der uit
gezonden gezinnen zóó gunstig, dat het Bestuur niet aarzelde
voor te stellen gelden beschikbaar te stellen voor uitzending
op grooteren schaal. Gehoopt werd aldus een Nederlandsche
kolonie te vormen, waar de gezinnen een vergoeding zouden
vinden voor den kring van verwanten en bekenden en wat zij
verder hadden moeten verlaten. Immers, voor de blijvende
vestiging van een gezin in den vreemde is meer vereischt
dan dat het loon hoog en de woning goed zij.
De Raad bewilligde de voor dit doel aangevraagde f 2000.—
Behalve een collectief spoorweg-biljet werd eenig zakgeld
verstrekt, al naar verhouding van de grootte van het gezin.
De voorbereiding vereischte veel werk. Het bleek ondanks
de werkloosheid niet gemakkelijk gegadigden te vinden.
Omtrent de gezinnen, die vertrokken en tot de plaats van
bestemming door een ambtenaar der Arbeidsbeurs begeleid
werden, kwamen intusschen gunstige berichten in. Het waren
10 gezinnen, die in twee ploegen daarheen gingen. Toen de
volgende ploeg zou gaan, berichtte de Directie van de mijn,
dat verdere toezending niet gewenscht werd. Op een vraag
om opheldering werd geantwoord, dat Nederlanders voortaan
alleen geplaatst werden door bemiddeling van een Neder
lander, die zich inmiddels in Duisburg was komen vestigen.
Deze mislukking was het Bestuur een groote teleurstelling.
Samenwerking met den Nederlandschen bemiddelaar te
Duisburg kon 'het Bestuur niet aanvaarden, al ware het
slechts om deze reden, dat hij de bemiddeling als brood
winning uitoefent, en een ieder, die eenige studie van het
VERSLAG VAN DE ARBEIDSBEURS.
j