47
Hel Bestuur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
J. Patijn, Voorzitter.
A. N. v. d. Vegt, Lid.
stemming van Burgemeester en Wethouders aan een 20-
tal Gemeentegebouwen kastjes te bevestigen, waarin de
aanvragen wekelijks worden aangeplakt.
Het artikel van het Reglement, dat het Bestuur de be
voegdheid geeft het gebruik maken van de Arbeidsbeurs
voor korter of langer tijd te ontzeggen, werd op 17 mannen
en 2 vrouwen toegepast. In de meeste gevallen betrof het
personen, die door hun optreden het werk van de amb
tenaren ernstig bemoeilijkten. Eén persoon werd aldus
geweerd, omdat hij gepoogd had den Directeur om te koopen.
Minder ernstig, doch voor het werk eveneens zeer be
lemmerend, is het voordurend nalaten van mededeelingen,
die volgens de voorschriften moeten worden gedaan. Aan
de mannen-afdeeling zijn het voornamelijk de werknemers,
die, wanneer zij werk hebben gevonden, verzuimen hiervan
kennis te geven; worden zij opgeroepen, dan zijn zij niet
meer beschikbaar, waardoor vertraging ontstaat en de werk
gever soms voorzien is, eer de Arbeidsbeurs aan de aanvraag
heeft kunnen voldoen. Bij de afdeeling voor vrouwen wordt
in niet mindere mate het werk bemoeilijkt door werkgevers,
die nalaten te berichten, dat een open plaats bezet is; de
opgeroepen personen doen dan een vergeefschen gang en
blijven bij een volgende oproeping weg. Het blijkt bijzonder
moeilijk de in achtneming van deze eenvoudige voorschriften
te verzekeren.
Zijn oordeel over het afgeloopen jaar samenvattend, is het
Bestuur, den gedrukten toestand in de bouwvakken in aan
merking nemende, niet ontevreden. Het aantal plaatsingen
nam met ruim 13*/2 toe en het Bestuur heeft reden aan
te nemen, dat het gehalte van de personen, die geplaatst
werden, verbeterde. Indien de beurs nog slechts een bescheiden
plaats op de Haagsche arbeidsmarkt inneemt bescheidener
dan de uitkomsten van het eerste jaar wellicht deden ver
wachten zoo ligt de oorzaak hiervan in de moeilijkheid
om bestaande vooroordeelen te overwinnen. Het Bestuur
heeft herhaaldelijk wijzigingen in den opzet of wijze van
werken der instelling overwogen, doch is steeds tot het besluit
gekomen, dat hiertoe vooralsnog niet moest worden overgegaan.
Alle leden van het Bestuur werden opnieuw benoemd. De
plaatsvervangende leden-werkgevers K. J. Brandwijk en A.
Zellekens werden vervangen door A. van Itallie en L. A.
de Waal.
6
VERSLAG VAN DE ARBEIDSBEURS.