j
49
2
Groote reparaties vielen in den loop van dit jaar niet
voor, doch zullen in het volgende noodzakelijk tot eenige
vermeerdering van uitgaven moeten leiden, waarmede door
den penningmeester bij het ontwerpen der begrooting over
1908 rekening is gehouden.
Door overlijden ontvielen enkele contribuanten aan de
Vereeniging; nieuwe leden traden niet toe.
De schoolbaden werden geheel kosteloos door de Vereeni
ging verstrekt.
Was in het vorige jaarverslag de flnantieele toestand verre
van rooskleurig te noemen, op de algemeene vergadering
in Mei 1907 kon een aanvang gemaakt worden met de
aflossing der op de Vereeniging rustende schuld en werd
1 obligatie uitgeloot.
Belangrijke wijzigingen grepen in het bestuur der Ver
eeniging plaats. Geroepen tot hoogere en meer omvattende
werkzaamheden in het hoofdbestuur van de Nederlandsche
Vereeniging voor Volks- en Schoolbaden, legde de penning-
meesteresse Mevrouw Furnée-Ruijsch hare functie neer.
Nochtans mocht zij als bestuurslid voor de Vereeniging
behouden blijven. Met het oog op meerdere werkzaamheden
van het Bestuur in het vooruitzicht, werd uitbreiding van
het ledental wenscheljjk geacht, en werden in de vergadering
van Mei 1907 hiervoor gekozen de heeren B. I. Paardekooper,
H. C. van Ruijven en R. A. van Sandick. De heer R. A.
van Sandick, thans tot wethouder van Onderwys benoemd,
meende de benoeming tot ons leedwezen niet te kunnen
aanvaarden, maar heeft ons welwillend zijn steun toegezegd.
De beide andere heeren namen zitting in het Bestuur: de
heer van Ruijven als ondervoorzitter, terwijl de heer Paar
dekooper bereid bevonden werd het penningmeesterschap
op zich te nemen.
Het was op deze vergadering, dat door den Voorzitter
mededeeling gedaan werd van het verblijdende nieuws, dat
B. en W. voornemens waren den Raad voorstellen te doen
omtrent den bouw van een 2e Schoolbad, welks exploitatie
aan de Vereeniging zou worden opgedragen. Weldra kregen
deze voornemens vasten vorm en ontving het Bestuur na
verloop van enkele maanden het Raadsbesluit tot den bouw
van een Schoolbad aan de Nieuwe Haven onder nader
omschreven voorwaarden.
Voldoende aan een dezer voorwaarden noodigde het
Bestuur den Gemeenteraad uit het Raadslid aan te wijzen,
dat zitting zou nemen in het Bestuur der Vereeniging,
waarop bij Raadsbesluit van 22 October de heer P. F. van
Wieringhen Borski als zoodanig werd benoemd.
In principe verklaarde het Bestuur zich bereid tot de
VERSLAG VAN DE VER. VOLKS- EN SCHOOLBAD.
1