112
Wandelplaatsen en Plantsoenen.
2°.
Het onderhoud van de wandelplaatsen en plantsoenen
werd evenals vorige jaren in eigen beheer uitgevoerd.
overgeteerd: bovendien werd de Raamweg bijna geheel
geteerd.
Op de Noordelijke helft van den Cremer weg is door
het losrijden van de teerlaag ten tweede male her
stelling noodig geweest, doch de Zuidelijke helft, als
mede het geteerde vak op den Dwarsweg, öleef in be
hoorlijken staat. De teerlaag op den Van Stolkweg was
in den loop van den zomer grootendeels afgesleten; op
den Raamweg was na vier weken de teerlaag en het
rijslag grootendeels verdwenen, tengevolge van ongun
stige weersgesteldheid en het drukke verkeer.
De natte weersgesteldheid liet het overteren van deze
wegen niet toe; in het najaar is de Raamweg opnieuw
begrind.
Voorts werden ter voorkoming van stof de schelpen
paden op het Spui tweemaal geteerd, hetgeen aan het
doel beantwoordde.
Ter bestrijding van de in den winter van 19061907
geheerscht hebbende werkloosheid werden de volgende
werken uitgevoerd
1°. door een deel van het houtgewas op het terrein
nabij Sint-Hubert zijn twee wandelwegen gemaakt,
terwijl het bestaande voetpad van den Waalsdorpschen
Weg af verbreed en verbeterd is;
2°. door de duingronden tusschen den Pompstations-
weg en het Belgische Park werd de zandbaan voor een
20 M. breeden weg gemaakt;
3°. van de Beeklaan af over de hoeve „Kranenburg”
aan. de Z.Westzijde van het Afvoerkanaal werd naai
de beplanting in „Houtrust”, in de Westduinen een
begrinte rijweg en daarlangs een beschelpt voetpad
gemaakt.
Voor het maken van het gedeelte van dezen weg,
vallende op de hoeve „Kranenburg” was de vergunning
van den eigenaar van deze hoeve (Mr. A. E. II. Goekoop)
noodig, welke vergunning w-elwillend werd verleend
en bij Raadsbesluit van 4 Februari 1907 werd aanvaard.