50 Ir 30 Dienst op de Aschstalen. ophalen; na den middag worden gewoonlijk nog een 10-tal wagens aan dit getal toegevoegd. In dezen dienst is tevens opgenomen het ledigen van riolen en kolken in hofjes en op andere particuliere erven. A. Aanvoer en verwerking. Alle stoffen, door dezen dienst verzameld, worden aangevoerd op den aschstaal aan de Westerstraat, en wel van ’s-Gra- venhage rechtstreeks per as behoudens een enkel vaar tuig en van Scheveningen per spoorwagon. De stoffen uit laatstgenoemd stadsdeel worden aangevoerd op den asch staal aan den Westduinweg, alwaar zy worden gelost in een loods en opnieuw met kruiwagens worden opgeladen in spoorwagonsdit is eveneens het geval met het daar door particulieren aangevoerde vischafval, hoepels, enz. Een uitzondering hierop maakt het veegvuil en een deel van den rioolmodder, die ter plaatse worden verwerkt en afgeleverd; deze hoeveelheid is naar verhouding zeer gering. Voor dit vervoer, waarvoor met de Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappy een overeenkomst is gesloten, zyn dagelyks 10 wagons in gebruik. Hiervoor wordt, ongerekend een jaarlijksche huur ad f 150.— per wagon, een vracht be taald ad f 3.40 per wagon, met een minimum van 1000 wagons per jaar. Gedurende 1907 werden vervoerd 1102 wagons. Op den aschstaal aan de Westerstraat werd, in afwachting van de totstandkoming der nieuwe loonregeling in verband met het verbod van uitzoeken van afval door het personeel ten eigen bate, in den loop van het jaar geen verandering gebracht in de werkwijze, waarbij geen bewerking der aan gevoerde stoffen plaats had. Nadat de schippers hadden uitgezocht, wat van hun gading was, werden de o verblijvende stoffen op hoopen gezet, ten einde opgemeten en door den aannemer van het vervoer van waardeloos vuil weggevoerd te worden. Het by gelegenheid van het ophoopen, zoowel als van het laden en lossen der wagens aangetroffen afval, werd door de werklieden ten eigen bate verkocht. Het grove, brandbare afval, als manden, hoe pels, takken, enz. werden verbrand in een op het terrein staanden kleinen oven; aangezien zooveel mogeljjk op ver branden werd toegelegd, om de hoeveelheid waardelooze stoffen niet grooter te maken dan reeds het geval is, moest in sommige tjjden ook des nachts gestookt worden. Tegen het einde van het jaar werd door het College van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd, om, in verband VERSLAG OPENBARE REINIGING. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 1131