165 „klein. Hier in den Haag was dat bovenal het geval; „de mannen der beide Doelens en hunne kleurige op kochten en exercitiën, hun moed als het er op aan „kwam, werden door de burgerij om het zeerst ge waardeerd. „Wij weten, hoe de latere Stadhouder-Koning het „niet beneden zich achtte het eere-kolonelschap dier „schutterij te bekleeden, bij welke gelegenheid hij om- „hangen werd met den gouden keten, door niemand „minder dan Keizer Karel V weleer aan de mannen „van St. Sebastiaan geschonken. Ik breng in herinne ring de groote Meifeesten, die geheel ’s-Gravenhage op „de been brachten om de oefeningen der schutters te „zien, ook al mocht een zwartgallig dichter op een der „glazen in den Doelen het rijmpje trekken „Hier trekt de burger op met pluim en piek en staal, „Met allerlei geweren „En hoofsche en zijden kleeren, „Maai’ och, dit trekken trekt de geldbeurs bijster kaal „Zwartgallig! Want waarom geen open oog te hebben „voor de bekoring, welke juist het uiterlijk vertoon voor „de Gemeente dienende burgerschap had. „De patriotten kwamen en de burgerij nam de nieuwe „gedachten op en zij weerspiegelden zich in hun wapen- „corpsen. Maar toen voltrok zich ook zij het slechts „voor korten tijd de overwinning van het centrale „gezag over de Gemeentelijke zelfstandigheidmet de burgerwapening van voorheen was het gedaan, de „nationale garden namen hare plaatsen in. Doch slechts „voor korten tijd. Het herstel onzer onafhankelijkheid „bracht der steden de autonomie, zij het ook verre van „volledig, weder terug en deed de oude schutterijen „herleven. De wet van 27 Februari 1815 herstelde de „stedelijke weerbaarheid, tenminste voor de meeste plaat sen, die van 11 April 1827 ten slotte, regelde haar op „gelijken voet voor het geheele Rijk. „Dankbaar dat in die sedert verloopen bijna 100 jaren „de noodzakelijkheid zich slechts zeer zelden heeft voor „gedaan om van die stedelijke weermacht ten behoeve „van ’t Vaderland gebruik te maken, herinneren we „ons, dat de eenige maal, dat het gevaar ernstig dreigde „in de eerste jaren van den Belgischen opstand, de „Schutterijen met braven moed hun plicht hebben gedaan 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 165