204
materiaal te dienen of om te worden opgemeten en in
teekening gebracht. Ook werden in het Museum nu en
richtingen der Vereeniging tot het vormen van een
Museum voor Moderne Kunst blijkt, dat het Museum in
het afgeloopen jaar werd verrijkt met een viertal kunst
werken, alle aangekocht op de groepen-tentoonstellingen,
welke in „Pulchri Studio” werden gehouden.
Het Bestuur leed in het afgeloopen jaar een gevoelig
verlies, door dat de heer J. T. Cremer, wegens vertrek
uit deze Gemeente, het Voorzitterschap heeft moeten
neerleggen.
De vereeniging telde in 1907 148 leden, te zamen
contribueerende f820. zij genoot wederom den steun
van II. M. de Koningin-Moeder, van de Gemeente en
van het genootschap „Pulchri Studio”.
De rekening over 1907 sloot meteen saldo van f 3387.66.
In het verslag over 1907 van het Haagsch Museum
van Kunstnijverheid vinden wij vermeld, dat in het be
stuur geen verandering kwam. Den Isten Juli aanvaardde
de heer Frederiks het Directeurschap van het Museum
en van dit tijdstip af trad de heer J. D. Ros, als Con
servator op.
Het ledental nam toe.
In den loop van het jaar werd het Museum 49 maal
tegen betaling toegankelijk gesteld en door 382 personen
bezocht. Op 28 Zon- en feestdagen, dat het Museum
kosteloos voor het publiek open was, ontving het 321
bezoekers. Het grootste aantal bezoekers op één middag
bedroeg 26, n.l. op 9 Februari en het geringste aantal
was 2, op 1 April.
Wegens het verrichten van verschillende werkzaam
heden, zoowel tot onderhoud van het gebouw als tot
het opnieuw rangschikken der verzameling, was het
Museum voor het publiek dikwijls niet toegankelijk.
Van 2 tot 26 Augustus werd bij gebrek aan ruimte
in het Museum -een zeer uitgebreide tentoonstelling
van oud-Delftsch aardewerk gehouden in het Academie
gebouw. Zij werd bezocht door 351 betalende en 128
gratis-bezoekers.
Aan leerlingen van de Academie van Beeldende
Kunsten, in het bijzonder die van de Kunstnijverheids-
klasse, werden 332 voorwerpen uitgeleend, om als studie-
i: