209
Er hadden in den loop des jaars twee vergaderingen
en twee buitengewone bijeenkomsten plaats. In de jaar
vergadering op 4 Maart sprak de heer P. A. M. Boele
van Hensbroek over den Nederlandschen Spectator; in
de laatste vergadering op 18 December sprak Dr. C.
Hofstede de Groot over Johan Vermeer van Delft en
Karei Fabricius. Beide lezingen werden door een toe
passelijke Kunstbeschouwing geïllustreerd.
In de buitengewone bijeenkomst op 28 Januari hield
Dr. W. W. v. d. Meulen eene lezing over de beteekenis
der Haagsche opstootjes in den Patriottentijd, terwijl
Mevr. Trims Post van Amsterdam verzen zei van Vondel
Hooft, Bilderdijk. Helene LapidothSwart en Kloos. Ter
herdenking van den BOOsten geboortedag van Michiel
Adriaanz. de Ruyter op 21 Maart trad Prof. Dr. P. J.
Blok als spreker op, terwijl hij na de pauze lichtbeelden
vertoonde van personen en gebeurtenissen uit de ge
schiedenis van ons zeewezen. Bram van der Stap van
Delft zong op dien avond eenige toepasselijke oud-
Hollandsche liederen.
De de Ruytertentoonstelling, welke den volgenden
dag- in den. Haagschen Kunstkring werd geopend, was
op initiatief van „Die Haghe” gezamenlijk met dit Ge
nootschap georganiseerd. Zij omvatte voornamelijk pren
ten uit den atlas van den Heer J. van Stock te Rot
terdam, pamfletten uit de Kon. Bibliotheek en manuscrip
ten uit het archief van De Ruyter, berustende op het
Rijksarchief. Op 22, 2B en 24 Maart hadden matinees
plaats.
Op 5 October werd een uitstapje gemaakt naar Rot
terdam, terwijl de leden op 6 Juli in de gelegenheid
werden gesteld tot het bijwonen der jaarvergadering
van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond te
Kampen. Bovendien ontvingen de leden een uitnoodiging
tot een bezoek lo. aan de Indische Zaal in het Kon.
Paleis, 2o. aan de Grafelijke zalen op het Binnenhof,
welke bij de leden der Vredesconferentie in gebruik
zijn geweekt en Bo. aan een Matinée, welke ter gele
genheid van den verjaardag van H. M. de Koningin-
Moeder, door het Haagsch Comité voor Volksfeesten in
den Koekamp werd gegeven.
Met het extraheeren der Transportboeken uit het
rechterlijk archief van den Haag werd geregeld voort-
14