12 Ditmaal viel zij samen met een 's-Gravenhage, 15 Januari (get.) Dr. W. Stortenbeker. 1908. ber werd weder op sommige plaatsen de grondwatersmaak waargenomen, echter niet zoo langdurig en niet in zoo sterke mate als het vorige jaar. periode van strenge koude. RAPPORT omtrent het scheikundig onderzoek, met 2 bijlagen. Evenals in vorige jaren werd het leidingswater eenmaal per maand geanalyseerd. De uitkomsten dezer analysen zijn te vinden in de bij dit rapport gevoegde tabel (bijlage I) en graphisch overzicht (bijlage II). Zij geven aanleiding tot de volgende opmerkingen Het gehalte aan opgeloste stof, zooals blijkt uit de cijfers voor droge stof, calciumoxyde, chloor en zwavelzuur was ditmaal lager dan het vorige jaar; daarentegen dat aan kiezelzuur en organische stof (kameleoncijfer) een weinig hooger. Ook dat aan magnesiumoxyde vertoont een geringe stijging. Vergelijkt men de uitkomsten in den loop van dit jaar verkregen, dan blijkt het gehalte aan droge stof en daar mede dat aan calciumoxyde, in het voor- en najaar hooger te zijn dan in den zomer en den winter, terwijl zich in de maand Juli een secundair maximum vertoont. De hoeveel heid chloor bleef ongeveer gelijk, terwijl die van het zwavel zuur vrij regelmatig daalde tenminste wanneer men afziet van eene plotselinge stijging van het zwavelzuurgehalte in Maart, die echter zeer waarschijnlijk aan een eerst later opgemerkte storing in het gedistilleerde water van het labo ratorium moet worden toegeschreven en dus ook bij de afleiding van het gemiddelde niet in rekening is gebracht. De hoeveelheid kiezelzuur vertoont in de laatste helft des jaars een stijging, terwijl ook het magnesiumoxyde, ijzeroxyde en aluinaarde in September een maximum hebben. De oorzaak van deze verschijnselen kan ondergeteekende vooralsnog niet aanwijzen. Het gehalte aan organische stof (kameleon cijfer) vertoont ongeveer hetzelfde beloop als het vorige jaar; iets hooger in het zomer- dan in het winterhalfjaar. Een enkele maal werd het water op schadelijke metalen (koper en lood) onderzocht, doch met negatieve uitkomst. In het tegenovergestelde geval zou trouwens zeer waarschijn lijk de huisleiding de schuldige zijn geweest. Aan ’t einde van 1907 doch na de analyse van Decem-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 279