14
ï-
2
Barakken en Quarantainehuizen.
Deze inrichtingen zijn in 1907 niet in gebruik geweest.
Het dienen van consideratie en advies.
T. W. BEUKEMA.
’s-Gravenhage, 15 Januari 1908.
het geven van informatie en advies
Wethouders, Hoofden van diensten
voorkoming en bestrijding van be-
De lijdelijke Inspecteur ter bestrijding
der cholera,
Hieronder reken ik
aan Burgemeester en
enz., in verband met
smettelijke ziekten.
tonnen dagelijks door de Openbare Reiniging worden ver
wisseld. De faeces worden reeds in de tonnen met desinfec-
tantia vermengd, en het bevlekte linnengoed wordt eerst
gekookt en daarna gewasschen en gestreken. Na herstel der
zieken heeft dan nog eene grondige ontsmetting der woning
plaats.
Voor een groot deel geschieden de ontsmettingen op aan
sporing van het Bureau der Medische Politie, in die gevallen,
waarin een lijder met eene vermoedelijk besmettelijke ziekte
behept, naar een Ziekenhuis wordt vervoerd, en waarbij later
de besmettelijke ziekte door den Directeur-Geneesheer wordt
geconstateerd en medegedeeld aan den Burgemeester.
Hoewel de besmettingsdienst onder de bestaande bepalingen
zich hoofdzakelijk bezig houdt met die woningen, waarin
besmettelijke ziekten, in de wet genoemd, voorkomen, is toch
allengs door Burgemeester en Wethouders aan een aantal
inrichtingen van verpleging (Ziekenhuizen, Wijkafdeelingen,
Vereeniging ter bestrijding der Tuberculose enz.) vergund om
gratis gebruik te maken van genoemden dienst, ter reiniging
van beddegoed en kleêren, gebruikt door lijders aan andere
niet in de wet genoemde besmettelijke ziekten.
VERSLAG VAN DEN TIJDELIJKEN INSPECTEUR
TER BESTRIJDING DER CHOLERA.