41 is liet geraamd f f Te zamen 17.840.367,255 17.761.742,25s Het saldo der rekening is het verschil tusschen het voordeelig saldo der gewone ontvangsten en uitgaven ad f 1.575.394.315 en het nadeelig saldo der buitengewone ontvangsten en uitgaven ad f 465.388,47. Over het saldo van „gewoon” werd ten bate van den dienst 1907 beschikt tot een bedrag van f 912.638,93, terwijl het overige ad f 662.755.385 ten goede kwam aan den dienst 1908; het nadeelig saldo van „buitengewoon” is opge nomen in den post „geldleening”, dienst 1907, met uit zondering van f' 0,02, welk bedrag te verhalen is ge bleven. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrooting voor het dienstjaar 1908 bedrag der ontvangsten en der uitgaven Bij Raadsbesluit van 7 Januari 1907 werden Burge meester en Wethouders gemachtigd tot onderhandsche uitgifte van 1000 obligation der 3’/.2 pCt. leening van 1906, groot ten hoogste f 10.000.(400.tegen den koers van 97pCt. Deze obligation werden aangewend ter gedeeltelijke voldoening van de koopsom der door de Gemeente aangekochte gronden in de Westduinen. Op 11 Juni 1907 werd tegen den koers van 99 5/g pCt., opengesteld de inschrijving op de 4 pCt. geldleening, groot f4.000.000.tot het aangaan van welke leening de Gemeenteraad besloot in zijne vergadering van 8 April 1907. Op deze leening werd ingeschreven voor een bedrag van f 2.487.000,de resteerende 1513 obligation werden door Burgemeester en Wethouders geplaatst tegen den koers van inschrijving. De Hoofdelijke Omslag werd geheven naar den maat staf van 2,3 pCt. De kohieren dier belasting beliepen tot 1 April 1908: Primitieff 1.205.034.47 Suppletoir- 101.213,90 f 1.306.248,37 Batig saldo Zie hiervoor biz. I 7Sj»^7>,-- van de toelichting der begrooting voor 1908.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 42