20
8
i
Schoolvergaderingen, De wensch der Commissie met be
trekking tot de schoolvergaderingen, in het Verslag over
1906 uitgedrukt, schijnt vooralsnog niet in vervulling te
zullen gaan, daar blijkens de rubriek in Bijlage, letter C,
het getal schoolvergaderingen eerder af- dan toeneemt.
Op vele scholen, met name de burgerscholen, worden in
het geheel geene schoolvergaderingen gehouden.
In vele gevallen wordt dit toegeschreven aan de weinige
belangstelling van het personeel, dat op belegde vergaderingen
piet verschijnt, of niet zou verschijnen. Doch vaak ook worde#
het personeel uit de gelederen werd verwijderd, daar de
belangen van het onderwijs in de eerste plaats in het oog
moeten worden gehouden. Het is bovendien niet buiten
gesloten, dat iemand, die voor het onderwijs ongeschikt blijkt
te zijn, in een anderen werkkring uitstekend op zijne plaats is.
Bij verwijdering zouden dan én het onderwijs én de be
trokken persoon zeer worden gebaat.
Aangaande de vervulling van vacaturen heeft de Commissie
tot haar genoegen bemerkt, dat in ’t afgeloopen jaar hierin
eenige verbetering is gekomen, hoewel er nog te veel scholen
zijn, waar tijdelijk personeel wordt aangetroffen, ongerekend
de gevallen natuurlijk, waar tydelijke hulp wegens ziekte
noodzakelijk is.
Het komt der Commissie voor, dat nog steeds meer spoed
moet worden betracht bij de indienststelling van vaste onder
wijskrachten. De klachten over de minder goede vorderingen
van sommige klassen zijn voor een groot deel te wijten aan
den invloed van onervarenen, met wie men zich vaak te
lang moet behelpen.
Met betrekking tot de verhouding tusschen Hoofd en Per
soneel kan opgemerkt worden, dat deze op de meeste scholen
gelukkig goed is te noemen. Toch heeft in enkele gevallen
het onderzoek naar het ambulantisme vanwege de Afdeeling
’s-Gravenhage van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers
de vroegere vriendschappelijke verhouding voor eene meer
ambtelijke doen plaats maken, wat weliswaar begrijpelijk,
doch zeker te betreuren is.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.