20
Plaatselijke Commissie van Toezicht.
Met betrekking tot de Commissie van Toezicht bood het
afgeloopen jaar eene mutatie onder de leden en tegelijk eene
verandering in inrichting en samenstelling als tot hiertoe
niet is aanschouwd.
Het Bureau bleef alleen de Voorzitter, Mr. J. H. Bergsma,
in 1907 getrouw. Dr. C. Brakman, die zich reeds 1 December
1906 welwillend met de waarneming van het Secretariaat
had belast en in de vergadering van 5 Februari definitief
tot Secretaris werd gekozen, nam deze benoeming slechts
voorwaardelijk aan en zag zich, met het oog op zijne werk
zaamheden, reeds spoedig genoopt, verzoek om ontslag in
te dienen, dat hem in de Maartvergadering onder dankbe
tuiging door de Commissie werd verleend. Alsnu trad Maart
de tweede ondergeteekende als Secretaris op.
De Onder-Voorzitter, Mr. T. G. H. Reitsma, vroeg en verkreeg
in ’t laatst van het jaar, den 2en December, eervol ontslag
als lid van de Commissie en hield dus met dien datum op
Onder-Voorzitter te zijn. In diens functie werd in de Verga
dering van 7 Januari 1908 gekozen de heer J. C. Jansen,
die zich deze keuze liet welgevallen.
Verder verkregen eervol ontslag de volgende leden:
Mr. .-E. baron Mackay (Raadsbesluit 21 Januari), H. Lubbers
(Raadsbesluit 8 Januari), M. M. Couvée (Raadsbesluit 26 Aug.),
H. W. E. Struve (Raadsbesluit 16 September), J. L. van der
Toorn (Raadsbesluit 16 September), O. J. van der Eist van
Bleskensgraaf, C. J. Berkel en W. Alblas (Raadsbesluit 14
October), E. L. C. Schiff (Raadsbesluit 11 November), H. de
Wilde (Raadsbesluit 25 November), terwyl der Commissie door
den dood ontviel op 28 Juli het lid L. G. Baron van Boetzelaer-
Jammer, dat men niet kan zeggen alle ouders.
Wanneer men toch het getal leerlingen, hetwelk de her
halingsscholen bezoekt, vergelijkt met het groote aantal, dat
de lagere school verlaat, dan bljjkt daaruit, hoeveel kinderen
er, na de lagere school verlaten te hebben, geen verder
onderwijs ontvangen.
26
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
V.