20 30 verslag lager onderwijs. voor den bouw der school gebruik De Commissie heeft gemeend, dit schrijven enkel voor kennisgeving te moeten aannemen, om het te deponeeren in het archief, daar niet blijkt, dat het College van B. en W. haar oordeel wenscht te vernemen, aangaande de wijze waar op van bedoeld terrein gemaakt zal worden. Door het ontbreken van een situatie-kaartje wordt het uit spreken van een oordeel bovendien niet wel mogelijk gemaakt. Het komt der Commissie evenwel voor, dat het in het belang van onderwijs en leerlingen is, dat eene. school niet worde gebouwd op eene plaats, waar in de nabijheid voor de gezondheid schadelijke dampen opstijgen, hetgeen in de omgeving van het Ververschingskanaal bij voortduring plaats vindt, terwijl door de heerschende winden de school lokalen bij openstaande ramen met deze dampen worden gevuld. Ware de Commissie te voren over den aankoop van bedoeld terrein voor scholenbouw gehoord, ongetwijfeld zoude zij Uwen Raad in ernstige overweging hebben gegeven, gezegde plaats niet voor de oprichting eener school te bestemmen. Daar thans echter nog geene nadere toebereidselen voor den bouw zijn gemaakt, rekent zij het tot haar plicht, Uwen Raad te verzoeken, te willen overwegen, of er termen zijn te vinden, om voor zoover de bestemming van het terrein betreft, op bovengenoemd Raadsbesluit alsnog terug te komen. Wat verder den bouwen de inrichting der openbare scholen in deze gemeente zelf aangaat, hieromtrent veroorlooft de Plaatselijke Commissie zich de vrijheid, het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Tot nog toe werden de plannen, betreffende den bouw van nieuwe scholen door het College van B. en W. wel aan de Plaatselijke Commissie van Toezicht ter beoordeeling toe gezonden, doch dit geschiedde eerst, wanneer de door de Afdeeling Publieke Werken ontworpen plannen reeds geheel gereed waren. De ervaring heeft geleerd, dat in dit stadium van de be denkingen der Commissie tegen dè ontwerpen weinig of geen nota werd genomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 479