I
1
20
31
opzicht konden
worden.
Herhaaldelijk
wenschelijkheid
Fouten en tekortkomingen in hygiënisch en paedagogisch
bij deze wijze van werken niet voorkomen
reeds is in den boezem der Commissie de
betoogd, dat omtrent alles wat den bouw
van nieuwe scholen betreft, te beginnen met het kiezen van
het terrein, vooraf overleg werde gepleegd met eene com
missie van hygiënisten en deskundigen op onderwijsgebied,
beide krachten in de Commissie zelve aanwezig, waarvan
de eersten kunnen beoordeelen, wat uit hygiënisch oogpunt
noodig is, de laatsten op grond hunner ervaring hunne meening
kunnen uiten over de gebreken in de inrichting der scholen,
welke bij het gebruik aan het licht zijn gekomen.
Het oponthoud in de uitvoering der werken tengevolge
van het plegen van overleg zoude zeer gering zijn en in
allen gevalle ruimschoots opwegen tegen de nadeelige ge
volgen, die eene ongewenschte plaatsing en ondoelmatige
inrichting noodzakelijk na zich sleepen.
Het is daarom, dat de Commissie in hare laatste vergade
ring van 5 November j.l. besloten heeft, zich ook te dezen
opzichte met een adres tot Uwen Raad te richten, hem beleefd
verzoekende, Burgemeester en Wethouders te willen uit-
noodigen, in het vervolg in het belang van het onderwijs,
het onderwijzend personeel en de leerlingen, omtrent alles
wat den bouw van openbare lagere scholen betreft, inclusief
de keuze van voor scholenbouw te bestemmen terreinen,
vooraf overleg te doen plegen met de Plaatselijke Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs.”
De gronden, in bovenstaand adres genoemd, werden aan
gevuld in een schrijven van 16 November van den volgenden
inhoud:
„In aansluiting bij onze missive No. 144, dato 9 Nov. 1907,
en ter nadere motiveering van het daarin gedane verzoek,
hebben wij de eer, het volgende onder de aandacht van Uwen
Raad te brengen.
Nadat genoemde missive was verzonden, is gebleken, dat
hij den bouw van de openbare school der 2de klasse aan de
Rotterdamsche straat te Scheveningen, welke begin November
VERSLAG I,AGER ONDERWIJS.
I