20
1
Onderwijzend personeel.
VERSLAG der Gemeentelijke Bewaarscholen
over 1907.
aan
Bakker
Zie tabel A.
Den 15en Maart ontving het Hoofd der Bewaarschool
de Badhuisstraat M. J. J. Mieren van Lobenstein
op haar verzoek eervol ontslag.
In haar plaats werd met ingang van 1 Juli benoemd het
Hoofd der Bewaarschool aan de Voldersgracht, H. A. Brunings—
Hoefman, terwijl in de vacature daardoor ontstaan werd
voorzien door de benoeming van Mejuffrouw V. B. M. Crombet,
Onderwijzeres van den ten rang aan de Bewaarschool aan de
Hekkelaan.
Aan deze laatste benoeming ging een vergelijkend onder
zoek vooraf naar de bekwaamheid en de geschiktheid der
sollicitanten, zoo van elders als uit deze gemeente.
Mejuffrouw Crombet trad 16 Juli in functie.
Een onderwijzeres in het bezit van de akte van bekwaam
heid voor onderwijzeres bij het lager onderwijs werd aan
een der openbare scholen voor lager onderwijs in deze ge
meente benoemd.
Een onderwijzeres vertrok naar elders; een vroeg ontslag
wegens huwelijk, terwijl een onderwijzeres overleed.
Het verzuim der onderwijzeressen was niet grooter dan
in 1906.
Op een enkele uitzondering na luiden de rapporten over
arbeid, vlijt en geschiktheid der onderscheidene leden van
het personeel gunstig en zeer gunstig.
De salarisregeling heeft dringend herziening noodig. De
Commissie acht het gewenscht, dat deze herziening aan de
orde wordt gesteld, zoodra de in uitzicht gestelde salaris
regeling voor het personeel der lagere scholen haar beslag
heeft gekregen.
Ook moge dan de belooning voor het houden van toezicht
op de overblijvende leerlingen ruimer berekend wordenzoo-
als die thans nog is, mag het niet langer blijven.
Leerlingen.
Zie tabel B.
Het schoolverzuim was gering. Willekeurig schoolverzuim
kwam weinig voor.
Over het algemeen was de gezondheidstoestand der Dei
lingen zeer bevredigend. Alleen aan de school aan de Bad
huisstraat werd geklaagd over het veelvuldig voorkomen van
Letter K.