5 Verzuimen, waarvoor geen verlof was gegeven, noch eenig bericht aan het hoofd der school was gezonden, kwamen voor in 22 gevallen. Van deze laatste rubriek bleek der Commissie dikwijls, dat meer nog deze nalatigheid, dan wel het feit zelve strafbaar te achten waren. Vijf gevallen niet onder bovenstaande qualificaties te rang schikken: in 2 hiervan waren de kinderen reeds in een „dienstje”, 2 verzuimers waren niet in staat het onderwijs te volgen, wegens gebrekkige gezicht- en geest-vermogens 1 verzuimde tengevolge van huiselijke omstandigheden. Van 11 gevallen bleven de redenen van het verzuim on bekend. Waarschuwingen. Naar aanleiding van bovengemelde ver zuimen werden 69 mondelinge waarschuwingen gedaan en 102 schriftelijke verzonden. Evenals vorige jaren ontving, indien de opgeroepene niet zelf verschenen was, doch zich door een ander had doen vertegenwoordigen, deze toch steeds de schriftelijke waarschuwing. aantal absolute verzuimen meer dan nu, terwijl de relatieve verzuimen thans 40 meer tellen dan het hoogst bereikte cijfer. Een rondschrijven aan de verschillende hoofden van scholen, roet wie de Commissie in aanraking is geweest, leverde het volgende resultaat: In 40 gevallen was het schoolbezoek verbeterd, in 19 gevallen geen enkel verzuim meer gepleegd. 'een verbetering was te bespeuren in 31 gevallen, terwijl een 4-tal leerlingen van de scholen verwijderd waren en Wiep niets van hen vernomen werd. Overgeplaatst naar Conclusie. Eene vergelijking van de in het afgeloopen jaar gepleegde verzuimen met die in voorafgaande jaren, zou zeer ten nadeele der eerste uitvallen. Alleen in de beide eerste jaren na de invoering der Leerplichtwet bedroeg het Correspondentie. Behalve van de schoolopzieners in de Arrondissementen I en II en van verschillende hoofden van scholen, ontving de Commissie nog een schrijven van de Commissie tot wering van schoolverzuim der 6e Afdeeling, inhoudende eene uitnoodiging tot bijwoning eener samen komst van afgevaardigden uit alle Commissiën, teneinde middelen te beramen om het niet verschijnen der voor een vergadering opgeroepen personen te voorkomen. In deze bijeenkomst, onzerzijds door den Voorzitter bygewoond, werd een Commissie benoemd, aan wie werd opgedragen een onder zoek in te stellen, welke middelen ter zake zouden kunnen worden aangewend; van bedoelde Commissie werd echter tot heden niets vernomen. (le Afd.) VERS!,. V. D. COMM. T. WERING V. SCHOOI.VERZ. 22

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 629