i I 22 (3e Afd.) VERSE. V. n. comm. T. MERING V. SCHOOEVERZ. - I- 14 90 277 4 die toestand op den duur onhoudbaar wordt, hetwelk Uwen Raad uit het navolgende kan blijken. Van heeren Schoolopzieners zijn ingekomen: in het le Arrondissement 2e 3e totaal 371 mis sives, bevattende 853 kennisgevingen van relatief school verzuim, 12 kennisgevingen van absoluut schoolverzuim, en 6 verzoeken om ambtshalve inschrijving. Behandeld zijn 363 kennisgevingen van schoolverzuim, waaronder 12 kennisgevingen wegens absoluut verzuim en 25 kennisgevingen van het vorige jaar, waarvoor de tijd ontbrak. Zes kinderen werden ambtshalve ingeschreven en wel op verzoek van den Schoolopziener in het le Arrondissement 2 kinderen, en op verzoek van den Schoolopziener in het 2e Arrondissement 4 kinderen. Van de 363 opgeroepenen, bleken 5 personen de Gemeente inmiddels te hebben verlaten, waaronder 1, die wegens absoluut verzuim was opgeroepen, 1 kennisgeving werd teruggevraagd door den Schoolopziener in het 3e Arrondisse ment, 194 personen gaven gevolg aan de oproeping en 164 personen zijn niet verschenen, terwijl de behandeling der laatst ingekomen 27 kennisgevingen van relatief schoolver zuim moesten worden aangehouden tot 1908. Evenals in voorgaande jaren komt aan heeren Hoofden van scholen een woord van lof toe van de Commissie voor de steeds bereidwillige medewerking in het verstrekken van inlichtingen. Met leedwezen ontving de Commissie het bericht, dat af- wijzend was beschikt op een door haar en door de 4e afdee- lingop 24 December 1904 gedaan verzoek aan Uwen Raad, om een verordening in het leven te roepen voor de toepassing van artikel 29 der Leerplichtwet. Ook in het afgeloopen jaar is deze Commissie bij herhaling gebleken, dat eene derge lijke verordening, vooral in hare afdeeling, gunstig en met goede resultaten zou werken. Vele ouders, die ’s morgens vroeg hunne woning verlaten, om ’s avonds laat daarin van hunne werkzaamheden terug te keeren, zouden minder oi in het geheel niet met den Kantonrechter in aanraking behoeven te komen en veroordeeld worden, indien hunne kinderen, die neiging tot spijbelen kregen, bekend was da óók de politieagenten een waakzaam oog op hen hielden.er- leiding van schoolgaande kinderen, tusschen de scnoo- uren, door grootere langs den weg loopende personen tot vei n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 638