I I 22 (4e afd.) versl. v. d. comm. t. wering v. schooi.verz. 18 i Niet verbeterd in schoolbezoek Matig verbeterd 39 leerlingen. 53 I Hiervan betroffen 9 kennisgevingen absoluut- en 234 relatief schoolverzuim. Het aantal kennisgevingen is dus, vergeleken met dat van het vorig jaar, gedaald met 47. De kennisgevingen omtrent het absoluut schoolverzuim betroffen 5 meisjes en 6 jongens. (Eéne kennisgeving n.l. betrof 3 jongens uit één gezin). In 2 gevallen bleek het der Commissie, dat de bedoelde kinderen reeds school gingen, in 3 gevallen kon geene oproeping geschieden, wegens onbe kendheid met de woonplaats der ouders. De kennisgeving, betreffende de 3 jongens uit één gezin, behoefde niet tot eene oproeping te leiden, aangezien het gezin naar Arnhem was vertrokken. In 2 andere gevallen bleek laksheid en onver schilligheid der ouders de oorzaak van het verzuim te zijn. Na tusschenkomst der Commissie hebben deze ouders echter direct plaatsing voor hunne kinderen gezocht. Slechts in één geval zal de Commissie vermoedelijk tot ambtshalve in schrijving moeten overgaan. De 234 kennisgevingen van relatief verzuim gaven aan leiding tot even zoovele oproepingen. Van de 234 verschenen 136 personen, terwijl 96 niet verschenen en in 2 gevallen de oproeping niet kon plaats hebben, daar, zelfs na herhaald onderzoek, het goede adres niet gevonden kon worden. De redenen voor het relatief verzuim waren die als in vorige jaren. Vooral armoede (gebrek aan kleeding en schoeisel) werd veelal als reden opgegeven. Spijbelen kwam eveneens veel voor, terwijl ook zeer dikwijls gevallen van ziekte als onwettig verzuim waren genoteerd, omdat de ouders nage laten hadden het betrokken hoofd der school daarmee tvjdig in kennis te stellen. Evenals de Commissie reeds eenige jaren heeft gedaan, besloot zij ook ditmaal een onderzoek in te stellen naar de resultaten barer bemoeiingen en verzond daartoe aan 40 hoofden van scholen (openb. en bijz.) lijsten met de namen hunner leerlingen, wier ouders door de Commissie waren opgeroepen in den tijd van 1 Dec. 1906 30 Nov. 1907, met verzoek te willen aangeven, hoe het schoolbezoek bij deze leerlingen geworden was na oproeping door de Commissie. Verzonden werden 40 lijsten met 240 namen. Daarvan werden terugontvangen 40 lijsten met bericht omtrent 240 leerlingen. Hieruit blijkt, dat alle hoofden van scholen welwillend hunne medewerking verleenden. Volgens het oordeel van de hoofden van scholen waren hiervan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 642