22
De Commissie hield in het afgeloopen jaar 19 vergaderingen.
In de samenstellingderCommissie kwamen geen wijzigingen.
Bij Raadsbesluit van 25 Maart 1907 werden de heeren
Eijckelhof, Van Meeuwen, Roel, Ottes en Schouten, en bij
Raadsbesluit van 26 Augustus 1907 werd de heer Sluimer
herbenoemd als leden der Commissie.
In de vergadering der Commissie van 25 April 1907 werden
de aftredende Voorzitter en Secretaris herbenoemd.
VERSLAG ran de werkzaamheden der Commissie
tot wering ran schoolverzuim in de 6e Afdeeling,
over het jaar 1907.
Van heeren Schoolopzieners in de verschillende Arron
dissementen werden 40 kennisgevingen ontvangen wegens
relatief en 3 kennisgevingen wegens absoluut schoolverzuim.
Dientengevolge werden 43 personen opgeroepen, om voor
de Commissie te verschijnen.
In de jaren 1902, 1903. 1904, 1905 en 1906 bedroeg dat
aantal (voor relatief verzuim) resp. 24, 35, 35, 44. en 38, en
(voor absoluut verzuim) nihil.’
In 23 gevallen werd aan de oproeping geen gehoor ge
geven, welk cijfer wederom iets minder ongunstig dan dat
uit het jaar 1906 kan genoemd worden.
In 17 gevallen verscheen de vader of de moeder-voogdes.
3 de moeder inplaats van den vader.
Van de verzuimende kinderen waren 18 jongens en 25 meisjes.
De redenen der verzuimen waren, voor zooveel der Com
missie gegevens ten dienste stonden, in
18 gevallen huisarbeid, hoofdzakelijk wegens het passen op
broertjes of zusjes, het verrichten van huiselijke
bezigheden, het doen van boodschappen enz.
en waarbij in 9 gevallen onverschilligheid van
de ouders voor het belang, dat hunne kinderen
bij het ter school gaan hebben, duidelijk uitkwam:
7 spijbelen, waarbij de ouders zich óf onver
schillig óf onmachtig toonden.