24 2 Artikel 3 wordt gelezen als volgt De jaarwedden van de in art. 2 bedoelde leeraren worden, voor zoover de aanstelling niet reeds op eene hoogere jaar- minste 15 20 wedde is geschied, en behoudens het bepaalde in het slot van dit artikel, met ingang van den len Januari of den na ten len Juli na den dag waarop de vereischte diensttijd werd bereikt, verhoogd als volgt: a. De wedde vermeld in art. 2a: 5 jaren dienst tot ten hoogste f 2400; a. voor alle leeraren met uitzondering van de hieronder sub b en c genoemden, behoudens het bepaalde in het 5e lid van dit artikel f2200. b. voor eenen leeraar in de Hebreeuwsche taal f400.-; c. voor eenen leeraar in de Gj’mnastiek f50.per weke- lijksch lesuur, met een minimum van f400.—. 2e lid. De jaarwedden, die per wekelijksch lesuur zyn of zullen zijn geregeld, zullen echter nimmer hooger zijn dan die van de leeraren, bedoeld sub a van dit artikel, en zulks met inachtneming van den diensttijd der betrokken leeraren. 3e lid. Wanneer de aan te stellen leeraar reeds dienst aan eene der in art. 5 dezer verordening genoemde instellingen heeft volbracht gedurende een aantal jaren, hetwelk volgens art. 3 dezer verordening voor verhooging in aanmerking doet komen, geschiedt de aanstelling op de wedde, waarbij de verhoogingen, in art. 3 omschreven, in aanmerking geno men zyn. 4e lid. Aan de leeraren, bedoeld onder a, die les geven in natuur- en scheikunde, in aardrijkskunde of in natuurlijke historie, kan, zonder verhooging hunner jaarwedde, met inachtneming van het bepaalde in art. 29 der Wet tot regeling voor het middelbaar onderwys, worden opgedragen de ver vulling van lesuren bij het middelbaar onderwijs in deze gemeente, mits het totaal der in het geheel te geven lesuren niet meer bedrage dan 18 per week voor den leeraar in natuur- en scheikunde, 24 per week voor dien in aardrijks kunde en 22 per week voor dien in natuurlijke historie. öc lid. Indien het onderwijs in natuur- of dat in schei kunde is opgedragen aan eenen leeraar, aan wien niet tevens lessen in een ander vak zyn opgedragen, dan wordt zijne wedde by afzonderlijk Raadsbesluit geregeld. Artikel II. 2600: 2800; 3000. VERSLAG GYMNASIUM. 11 n n n n n 11 r> r> 10 r n r> r> r> n r ii r n r> n n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 690