25
5
Van de Commissie voor de ruiling van reproduction van
kunstwerken ontving de Haagsche Academie, op haar ver
zoek, de aangevraagde gipsafgietsels, welke bij het onderwijs
zoo welkom zijn.
Door den Rijksbouwmeester Knuttel werd namens het
Bestuur van het Vredespaleis aangeboden en door den Direc
teur aanvaard: een model van een gevel-fragment van een
Spaansche mededinger in den wedstrijd.
Het bestuurslid H. P. Mutters Jr., schonk eene verzameling
stalen van allerlei kostbare stof ten behoeve van stillevens voor
de schilders-afdeeling.
Van het bestuurslid J. J. v. d. Sande Bakhuijzen ontving
de Academie een pleister spierbeeld. Eveneens schonk het
bestuurslid Mr. F. von Weckherlin, ten behoeve van de Biblio
theek, eene portefeuille met reproduction in kleurdruk naar
kunstvoorwerpen uit het Grüne Gewölbe te Dresden, en eene
portefeuille met photographieën naar kunstvoorwerpen.
Door het lid onzer Academie, de Heer J. Kruseman, werd
ten geschenke gegeven, ten behoeve van de Bibliotheek, het
handschrift met de oorspronkelijke teekeningen betreffende
de proportie-leer van het menschelijk lichaam, door wijlen
den heer J. E. J. van den Berg, in leven hoofdleeraar aan
onze inrichting.
De heer W. B. G. Molkenboer schonk ten bate onzer Aca
demie een dubbel stel van de door hem ontworpen reeks
voorbeelden ten behoeve van het teekenonderwijs aan de
R. H. B. scholen.
De Koninklijke maatschappij De Schelde te Vlissingen, stond
ten behoeve van het werktuigkundig teekenen een achttal
werktuigen af, terwijl de maatschappij voor scheeps-en werk
tuigbouw Fijenoord te Rotterdam ten bate van dienzelfde leer
gang kostbare teekeningen van stoomwerktuigen toezond.
Van den heer A. A. Dobbe ontving de Academie een Duitsch
boek over meetkunde.
Ten behoeve van de afdeeling Kunstnijverheidsvakken bood
de leerlinge, mejuffrouw W. H. A. Roijen, een vitrine met
twee opgezette paradijsvogels aan.
Op 21 Mei had wederom in eene huishoudelijke vergadering
de uitdeeling der prijzen, aan de daarvoor bijeengeroepen
afdeelingen plaats. De jury van beoordeeling van den winter-
arbeid bestond voor de afdeeling Bouwkundeuit de heeren
Prof. H. Evers en J. Limburg; voor de afdeeling werktuig
kundig teeken en IJzerconstructieuit de heeren Klaassen
en KooperVoor de afdeeling wandplaatteekenenuit de
heeren Knijper en Izerenvoor de afdeeling tuinbouwkundig
teekenen: uit den heer Tersteeg te Naarden.
VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.