32 7 INTREST van de afgeloste panden werd ontvangen f 19.896,— en van de verkochte panden f 1.592,47 tegen f 19.105,29 en fl.630,765 ten vorigen jare; eene vermeerdering dus in de gezamenlijke ontvangst van f 752,41’. Het Een nadeelig saldo ad f 3.699,83’ bracht het eigen kapitaal f 250.233,20 65.000,— jaar valt af te leiden, dat de slechte financiëele toestand en de werkloosheid invloed hebben gehad op het bedrijf der Bank van Leening. Aan ADMINISTRATIELOON geheven bij de beleeningen in de Hulpkantoren bracht, niet tegenstaande het aantal beleeningen met 1573 panden ver minderde, tengevolge het meerdere' voorgeschoten kapitaal, slechts f 4.23 minder op dan ten vorigen jare; er werd ont vangen f 5.091.52 tegen f 5.095,75 in 1906. Het bedrag der aan de Bank VERVALLEN OVERSCHOTTEN van verkochte panden gaf eene meerdere bate van f 11,56, vergeleken met 1906 en bedroeg f 1164,04. Niettegenstaande achter op elk pandbriefje en op de ver- koopbiljetten staat uitgedrukt, dat het overschot van verkochte panden gedurende 20 maanden na den verkoop ter beschik king ligt en bovendien bij advertentie steeds 8 dagen vooraf aan eiken vervaldag wordt herinnerd, blijft toch jaarlijks een niet gering bedrag daarvan onafgehaald. Tengevolge het grootere saldo panden en daarop voorge schoten kapitaal aan het einde van het jaar sloot ook de rekening van bij de Gemeente OPGENOMEN GELDEN met een hooger bedrag van f 40.000,— het saldo daarvan bedroeg f 65 000,- tegen f 25.000,- in 1906. Daar het van de Gemeente opgenomen bedrag gedurende het geheele jaar hooger was dan ten vorigen jare werd f 1.172,23 meer aan rente van opgenomen gelden betaald dan in 1906 en bedroeg dit jaar f 1.759,45’. der Bank op zoodat met inbegrip der opgenomen gelden ad en het sakjo der onafgehaalde, nog voor de beleeners beschikbare, overschotten van ver kochte panden ad het bedrijfskapitaal op 31 Dec. 1907 bedroeg 2.141,91’ f 317.375,115 VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN L^ENING. n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 765