32 8 De Directeur, C. P. J. A. D. v. d. Bergh. De Secretaris, I. M. J. van Rossem. Ingezonden aan Burgemeester en Wethouders door de Commissie van Bijstand in het beheer der Gemeentebank van Leening, den 19en Maart 1908. Daar sedert de oprichting der tegenwoordige hulpkantoren in het jaar 1856 geen nadeelige saldi in de rekeningen der Bank voorkwamen, dient hier nog vermeld, dat het verlies van f 3.699,83’, dit jaar geleden, geenszins voortsproot uit meerdere achteruitgang van het bedrijf der Bank, doch is ontstaan door de zoozeer gewenschte traktementsregeling voor de ambtenaren, die in 1907 door Commissarissen werd voorgesteld en den 8sten Juli van dat jaar door den Gemeente raad werd bekrachtigd, alsook door de vermindering in waarde van de effecten. De nieuwe traktementsregeling, ingegaan 1 Januari 1907, vorderde eene meerdere uitgaaf van f 2.402,65terwijl de effecten door mindere boekwaarde, wegens lagere koersen, verminderden met een bedrag van f 1.637,50, welke vermin dering evenwel geen blijvend verlies oplevert, omdat van verkoop der effecten wel nooit sprake zal zijn en zij bij uit- loting steeds winst opleveren. Wegens de stijging van het saldo panden en voorgeschoten kapitaal werd de brandassurantie verhoogd van f 350.000,- tot f 400.000, Voor de uitvoering der nieuwe verordening, ingaande 1 Januari 1908, waarin ook de beleening van effecten en het geven van voorschot op pensioenen is opgenomen, werd in het laatst van het jaar een pandkamer tot kantoorlokaal in gericht en het oude kantoorlokaal tot wachtkamer bestemd. Een overzicht van de beleeningen gedurende het jaar 1907 en het saldo aan panden op 31 December van dat jaar in de Bank voorhanden, verdeeld naar hunne beleensommen, be nevens eenige opgaven, zijn aan dit verslag toegevoegd. VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 766