11 van die haringsoort aanvoert en die dan aldaar bereid wordt tot bokking. Zij zijn wel de grootste concurrenten voor dat artikel en hadden dit jaar overvloedige vangst, zoodat zij dit jaar hier ter plaatse, zooals in 1906, niet kochten. De invoer van haring uit Denemarken en Noorwegen was in het laatst van het jaar van eenige beteekenisongeveer 800 ton sloeharing werd vandaar aangevoerd, die in verhouding tot de algemeen lage prijzen, ook minder opbracht dan in het vorig jaar. Er zijn hieronder twee soorten, de eigenlijke sloe haring, een groot vet soort, bereid zijnde onder den naam van spekbokking bekend, dat nog al gewild is; de tweede z.g. vaarharing is kleiner en van minder kwaliteit, die som tijds tot zeer lagen prijs w’ordt verkocht. Door 12 booten werd bij goed weer de garnalen vangst uit geoefend. Deze visscherij geschiedt tot het begin der haring- visscherjj, daar de meesten dezer visschers zich dan voor laatstgenoemde visscherij doen aanmonsteren. Hunne geza menlijke besomming bedroeg f 2710,85. Door Katwijkers, die met paard en kar langs de kust visschen, het net wordt door het paard gesleept en de vangst op de kar geladen werd alhier voor een bedrag van f 2346,25 aan garnalen aangevoerd. De uitkomst voor booten en karren beide is ongunstiger dan in 1906, per boot was de besomming in 1906 f 287,61, thans f 225,90 en alzoo f 61,71 minder; voor de karren een totaal verschil van f 179,10 (minder). Het weer speelt bij deze visscherij de hoofdrol, windrichting, golfbre- king of sterke deining beletten dikwijls de uitoefening van dit bedrijf, zoowel voor de booten als voor het sleepen der netten door paarden; de zomer van 1907 leverde veel ruw weer. Winstgevend schijnt deze visscherij voor eigenaars van booten, niet zelf visschers, niet te zijn. Het getal is weder met één afgenomen; in hoofdzaak zijn het visschers, tevens eigenaars, die dit bedrijf uitoefenen. De bijverdienste, het af halen van visch van de voor den wal komende loggers en kielbommen, die hun vangst te Scheveningen willen ver- koopen, is zoo goed als opgehouden, daar bijna alle vaar tuigen zelf de haven binnen liepen om hun visch aan de markt te brengenhet steeds nog verminderende aantal aan de trawlvisscherij deelnemende vaartuigen zou ook reeds hierop van grooten invloed zijn. Het aantal schokkers, na ingebruikneming der haven successievelijk aangekocht door Scheveningen, is weder met verminderd en bedraagt thans 6; bij goed weer oefenen zij de kustvisscherij uit en brengen dagelijks hun vangst levend aan den afslag. De besommingen liepen nogal uiteen, ook hieronder loopen meer en minder gelukkigen. Het resul- VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 799