35 43 I 4 uur werd gelezen of, mochten hiertegen overwegende be zwaren bestaan, dat dan mogelijk werd gemaakt, dat bij ministerieele beschikking hetzij voor bepaalde bedrijven, hetzij voor een bepaalde plaats een uitbreiding van het tijd vak, waarbinnen de rusttyd moet vallen, wordt toegestaan. De tweede vraag van Uwe Excellentie had betrekking op de beperking van den arbeidsduur voor volwassen mannen, voorzooveel betreft de fabrieken of werkplaatsen, waar eens of meermalen per week tusschen 7 uur n.m. en 6 uur v.m. pleegt te worden gearbeid. Hierbij kan worden onderscheiden tusschen eigenlijk ge zegden nachtarbeid, d. w. z. arbeid, die geregeld ’s nachts wordt verricht en een verlengden duur van den dagarbeid. Geregelde nachtarbeid komt alleen voor in bokkingrookerijen. Door velen wordt het voor het verkrijgen van goede kwaliteit bokking noodzakelijk geacht, dat deze achter elkaar wordt afgestookt d. w. z. dat het vuur gedurende het bereiden van eenzelfde partij niet uitgaat. Waar dit nu tot 24 uur achter elkaar duurt, is nachtarbeid hiervoor een vereischte. Zwaar is die arbeid niet; hij bepaalt zich tot het om de 2 uur controleeren der vurenin de tusschenruimten kunnen de arbeiders slapen. Het is gebruikelijk, dat niet dezelfde persoon den geheelen nacht waakt. Meestal wordt door den een tot 2 uur ’s nachts gewaakt, terwijl dan om 4 uur zijn plaats vervanger in dienst treedt. De eenige beperking, welke in deze mogelijk wordt geacht, zou zijn die welke in Uw schrijven wordt aangegeven n.l. dat aan zulke arbeiders in elk tijdvak van twee achtereenvolgende weken tenminste 7 rusttijden, elk gelegen tusschen 7 n.m. en 6 uur v.m. zouden moeten worden gegeven. Zondagarbeid wordt ook thans in de rookerijen niet anders verricht dan dat het Zaterdags wel eens een half uur na middernacht wordt als de bokking nog niet geheel afgestookt blijkt. Tegen een verbod van Zondagsarbeid, mits de moge lijkheid latende om Zaterdagsavonds zoo noodig de werk zaamheden b.v. eerst te één uur na middernacht te doen eindigen, zou geen bezwaar bestaan. In de andere bedrijven, met het visschersbedrijf verband houdende, komt geen eigenlijk gezegde nachtarbeid voor. Wel wordt in al deze bedrijven, wanneer het in den drukken tijd noodig is, ’s avonds ook na 7 uur nog arbeid verricht. Hiervoor een beperkende regeling te maken werd alge meen zeer bezwaarlijk geacht. De omstandigheden, welke tot dien arbeid aanleiding geven, onttrekken zich meestal aan den invloed van den werkgever. Omtrent de kuiperijen kunnen wij volstaan met te ver wijzen naar hetgeen daaromtrent in liet door de Kamer van VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 831