35 45 breiding van het Raadhuis op de plaats, waar het thans is gevestigd. In verband met deze plannen wordt o. a. in overweging gegeven de breedte van de te verruimen Halstraat te bepalen op de daarvoor aanvankelijk gedachte afmeting van 14 meter en niet op 16 meter, zooals door sommigen wenschelijk wordt geacht. De Kamer was van oordeel, dat van de in deze te nemen beslissing niet alleen afhangt hoe aan de gebleken behoefte aan een nieuw Raadhuis wordt tegemoet gekomen, doch dat die beslissing tevens van grooten invloed zal zijn op eventueele plannen tot verruiming der verkeerswegen in het centrum der stad, daar toch, indien de uitbreiding van het Raadhuis heeft plaats gehad, wijziging in de aangrenzende verkeerswegen voor onbepaalden tijd is uitgesloten. Een beslissing in deze behoorde niet te worden genomen dan nadat de openbare meening, en meer in he't bizonder die lichamen en personen, welke de bedoelde plannen uit aesthetisch en practisch oogpunt kunnen beoordeelen, de ruimste gelegenheid hebben gehad zich uit te spreken. De Kamer verzocht de bovenbedoelde ontwerpen openbaar te maken op zoodanige wijze als Burgemeester en Wethouders het meest doelmatig zou voorkomen. VI. tot den Voorzitter der Staatscommissie voor de weeg- werktuigen ter beantwoording van eenige zijnerzijds gestelde vragen in verband met de wenschelijkheid van de weder invoering van den ijk voor weegwerktuigen. De Kamer achtte die wederinvoering niet wenschelijk. Hoewel de behandeling van het 11 Juli 1882 wet geworden ontwerp tot afschaffing van den ijk voor weegwerktuigen niet veel licht gaf over de motieven, welke tot dezen maat regel leidden, meende de Kamer, dat het hoofdmotief wel zou zijn geweest de moeilijkheid om de juiste aanwijzing van meer samengestelde weegwerktuigen voor langeren tijd te waarborgen. Het kwam de Kamer voor, dat dit bezwaar nog steeds bestond en hierdoor het doel, waarmede de ijk weder zou worden ingevoerd, zou worden gemist. Voorts werden eenige gegevens verstrekt omtrent de alhier aan de gemeentewaag gewogen wordende hoeveelheden van verschillende goederen. VIL tot het Comité voor vervroegde winkelsluiting naar aanleiding van zijn verzoek om financieelen en moreelen steun voor ee® hernieuwde agitatie om te geraken tot wette lijke regeling van vervroegde winkelsluiting. Hoewel het denkbeeld der vervroegde winkelsluiting zelf VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 833