i Bijlage 36 VERSLAG betreffende het Gemeentemuseum. Ter voldoening aan het voorschrift van artikel 10 der Verordening No. 9 van 1878 heeft de Commissie van beheer over het Gemeentemuseum de eer Uwer vergadering hierbij in te zenden haar Jaarverslag over 1907. A au Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage. De vraag, door Uw College bij schrijven van 2 Juli 1907 N°. 11135 A. E., tot ons gericht, naar onze meening over eene andere wijze van samenstellen onzer Commissie, waar toe artikel 5 der Verordening N°. 9 van 1887 zou moeten worden gewijzigd, gaf aanleiding tot eene briefwisseling, welke tot gevolg had wijziging van artikel 7, le lid van het Reglement van den Inwendigen Dienst van het Gemeente museum. (Verzameling N°. 10 van 1887). Ingevolge besluit onzer Commissie in dato 29 Juli 1907, goedgekeurd door Uw College den 24 September 1907 en medegedeeld aan den Gemeenteraad luidt artikel 7, le lid van het Reglement op den Inwendigen Dienst van het Ge meentemuseum, thans: „Bij ontstentenis of verhindering van den Voorzitter treedt „in zijn plaats de Onder-Voorzitter, waartoe een der uit den „Gemeenteraad benoemde leden door de Commissie wordt „aangewezen”. Ter voldoening aan het voorschrift van het aldus gewijzigd Reglement werd door ons aangewezen als Onder-Voorzitter, Mr. W. J. Snouck Hurgronje. Samenstelling der Commissie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 844