36 10 Maatregelen in het belang van het Museum wenschelijk te achten. Aan het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio alhier, werd, krachtens besluit van den Gemeenteraad, in bruikleen afgestaan, van 527 October, ten behoeve eener Eere-Tentoon- stelling van het werk van wijlen W. Roelofs Sr., de schilderij „de Regenboog” en zyn door Jozef Israëls geschilderd portret. Gephotographeerd werden verschillende voorwerpen be- hoorende tot de verzamelingen Haagsch porcelein en het Delftsche aardewerk; o.a. ten behoeve eener nieuwe uitgaaf van „l’Histoire de la Faience de Delft”, door Havard. Het Museum werd bezocht door 14300 personen. Vele verzoeken om verlof tot copieeren naar schilderijen, werden namens onze Commissie door den Directeur ingewilligd. Aard van het gebruik, door het publiek en de Kunstenaars gemaakt van het Museum. Reikhalzend wordt uitgezien, naar de reeds zoo herhaaldelijk gevraagde oplossing van het vraagstuk om voldoende ruimte voor de steeds aangroeiende verzamelingen. Waar echter te vreezen is, dat in afzienbaren tyd geen kans bestaat op het verkrijgen van een nieuw gebouw, hadden wij de eer op noodzakelyke verbeteringen der conciërgewoning in het be staande gebouw de aandacht te vestigen. Zooveel mogelijk wordt gewaakt tegen gevaar voor brand, I Ingewilligd werd het verzoek van den Nederlandschen Bond van Horlogemakers, om in het Museum op 16 Juni hulde te betoonen aan de nagedachtenis van Christiaan Huygens, wien op dien dag vóór 250 jaren octrooi was verleend, voor zijne uitvinding, „den slinger toe te passen op uurwerken.” Bij verhindering van den Voorzitter, werden de deelnemers aan deze huldebetooging, verwelkomd door den Directeur, die in eene rede o.m. eenige levensbijzonderheden omtrent Huygens mededeelde. Verder werd het woord gevoerd door den Eere-Voorziter en den Voorzitter van bovengenoemden Bond, door wie beiden in den voorhal van het Museum ter weers zijden van den aldaar opgestelden slinger van het voormalige Scheveningsche toren-uurwerk een krans werd gehangen. Het Dagelijksche Bestuur der Gemeente was bij deze ge legenheid vertegenwoordigd door den Wethouder Mr. J. G. S. Bevers, onze Commissie door den heer W. J. van Sandick en den Secretaris. VERSLAG GEMEENTEMUSEUM.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 853