37
2
jS'
s,
voor een kleinen binnenbrand op het terrein der Gasfabriek
aan den Loosduinscheweg en éénmaal voor een buiten-
brand aan de hulpschool, gelegen aan de Hoefkade.
Ook dit jaar slaagde de brandweer er in om de ontstane
branden, op één enkele uitzondering na, te beperken tot dat
perceelsgedeelte, hetwelk by aankomst reeds aangetast bleek
te zijn. De bedoelde uitzondering betreft den brand ontstaan
op 25 Augustus in de nettenfabriek te Scheveningen, waar
omtrent nadere bijzonderheden hieronder te vinden zijn.
Zware branden hadden plaats:
Op 24 April en 28 Juni in de Alexander-kazerne, gelegen
aan de Laan Copes van Cattenburgh. De eerste maal bleek
de brand uitgebroken te zijn op den fourage-zolder, gelegen
boven den oostelijken vleugel van het meest westelijke
hoofdgebouw; de tweede maal op den fourage-zolder, zich
bevindende boven den westelijken vleugel van hetzelfde
hoofdgebouw. Beide malen mocht het gelukken uitbreiding
van den brand te voorkomen, niettegenstaande de fourage-
zolders slechts door een houten traliewerk van den zolder
boven het hoofdgebouw gescheiden waren. Bij den brand
op 24 April werden te werk gesteld 5 stralen van de water
leiding en 2 stralen van een stoomspuit, bij dien op 28 Juni
5 stralen waterleiding en 1 straal van een stoomspuit.
De oorzaak van beide branden bleef onbekend.
Op 25 Augustus ten 10 uur 56 minuten des namiddags
in de nettenfabriek, gelegen aan de Haringkade te Scheve
ningen, directeur de heer J. H. Warneke. Deze brand, ont
staan in het twee verdiepingen hooge pakhuis vermoedelijk
door broeiing van de daarin geborgen netten, nam oogen-
blikkelijk zoodanig in omvang toe, dat van een binnendringen
van het gebouw en aan het behouden van een gedeelte van
het perceel niet gedacht kon worden en alle beschikbare
krachten dan ook aangewend moesten worden om den brand
tot dat perceel te beperken, hetgeen onder aanwending van
6 stralen der stoomspuiten en 6 stralen van de waterleiding
mocht gelukken. Ten ongeveer 2 uur ’s nachts kon gezegd
worden, dat het gevaar voor de omgeving afgewend was,
hoewel eerst om 5 uur ’s morgens tot vermindering van het
bluschmateriaal besloten kon worden en voor nablusschen
en opruimen der smeulende massa eene sterke wacht van
het brandweerpersoneel tot ’s middags 6 uur op het terrein
moest verblijven.
Op 27 November in een ijzeren loods, staande aan de
Waldorpstraat en dienende tot bergplaats van stroo. Deze
brand, ten 1 uur 29 minuten des voormiddags gemeld, kon
eerst om 6 uur ’s morgens als gebluscht beschouwd worden,
waartoe 8 stralen van de waterleiding te werk gesteld werden.
F
VERSLAG BRANDWEER.