F i 39 I I L i 6 verslag der gezondheidscommissie. L-. naar zij meende, zeker niet te vergeefs mocht worden ge hoopt) zoowel op het gebied van het verbeteren van bestaande woningen, als op dat van ontsmettings- resp. gezondheids dienst, spoedig in staat gesteld worde uitsluitend adviseerend en controleerend te werk te gaan. Wat betreft het inrichten van een gemeentelijken gezond heidsdienst (of welken anderen naam men aan dien tak van dienst mocht willen geven), worde hier verwezen naar het geen daaromtrent voorkomt in Hoofdstuk VII van dit verslag. Deze zaak, kan men zeggen, bevindt zich nog in een stadium van voorbereiding. Van eene behoorlijke organisatie van het Gemeentelijk B’onfn^toezicht echter, welke gemakkelijk tot stand te brengen ware geweest, is in het afgeloopen jaar nog niets gekomen. Toch staat de kans op zulk eene oplossing niet slecht. In hunne Memorie van Antwoord op het Algemeen Verslag van het verhandelde in de afdeelingen van den Gemeenteraad bij het onderzoek van de Ontwerp-begrooting van de Gemeente voor 1908, zeggen Burgemeester en Wethouders in antwoord op een desbetreffende vraag, het navolgende: „Het denkbeeld om eene afzonderlijke afdeeling van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht voor het onderzoeken van klachten en het opsporen van misstanden in bestaande woningen in te stellen, maakt sedert eenigen tyd een punt van behandeling uit tusschen Burgemeester en Wethouders en den Directeur van gezegden tak van Gemeentedienst. In die afdeeling zal c. q. worden vereenigd hetgeen op dat gebied reeds door het Gemeentelijk Bouw- en Woning toezicht wordt verricht en hetgeen, waartoe de Gezondheids commissie, gelijk zij te recht zegt, „buiten haren eigenlijken werkkring om” thans meent hare bemoeiingen te moeten uitstrekken. De ambtenaar van het Gemeentelijk Bouw- en Woning toezicht, die thans bij de Gezondheidscommissie is gedeta cheerd, kan dan gevoegelijk bij den genoemden tak van Gemeentedienst terugkeeren. Mocht de ervaring aantoonen, dat aan de nieuwe afdeeling niet met de hulp van dezen ambtenaar kan worden volstaan,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 912