39
8
HOOFDSTUK III.
A. Waterloopen en slooten enz.
Met genoegen las de Commissie in de Memorie van Ant
woord van Burgemeester en Wethouders op het Algemeen
Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering
is geschied.
In de beide vorige jaarverslagen werd vermeld, dat het
Gemeentebestuur met de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen in onderhandeling was over het dempen
van de sloot langs den Schenkweg. Die onderhandeling, zoo
luidt het in ons vorig verslag, heeft tot een gunstig resul
taat geleid, zoodat binnenkort demping der sloot kan worden
tegemoet gezien. Het jaar 1907 is evenwel verstreken en de
sloot bestaat nog steeds. Men zou thans geneigd zijn te
meenen, dat het tijd werd om tot demping over te gaan.
Op aandrang van de zijde der Commissie werd de aan
de Gemeente toebehoorende sloot tusschen het terrein van
de gasfabriek en eenige pereeelen aan de Newtonstraat
schoongemaakt en uitgebaggerd.
Door een lid der Commissie werd geklaagd over het
stinken van de sloot, die uitkomt aan de le v. d. Boschstraat
nabij de Engelsche kerk. De sloot heeft een afloop naar het
gemeenteriool, die wellicht niet op afdoende wijze is afgesloten.
Deze zaak was aan het einde van het jaar nog niet afgedaan.
De spoorweghaven nabij den Loosduinschen weg dreigde
in den bloemkooltijd wederom verontreinigd te worden door
het daarinwerpen van bloemkoolbladeren. Het drijvend
blad werd opgeviseht en vervoerd naar de asehstaal.
Burgemeester en Wethouders richtten tot de eigenaren
van diverse pereeelen aan den Bezuidenhoutschen weg,
welke tot nu toe eene loozing van faecaliën enz. hadden
op de sloot aan de zijde van het Bosch, eene aanschrijving
tot het verbreken dier uitloozingen en tot het aansluiten
der rioleering van die pereeelen op het riool in den Bezuiden
houtschen weg.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.