39 i .*1 21 Commissie slechts versterkt in hare meening, dat eene op lossing van de hierbij betrokken vraagstukken in hooge mate urgent is te achten. Er hangt over het terrein van den aschstaal aan den Noord-West-Buitensingel, vooral wanneer door warm weder de broeiing in den afval bevorderd wordt, een zware atmos feer van tegelijk zure en vettige uitwasemingen, welke al naar gelang van de windrichting tot in verschillende, tamelijk ver afgelegen gedeelten van de stad duidelijk waar te nemen is. Het behoeft dus geen betoog, dat de onmiddellijke om geving van dien aschstaal een niet geringen hinder van stank ondervindt. En aangezien op het terrein van dien aschstaal voort durend aanwezig zijn 1200 M3. afvalstoffen, die, over een groote oppervlakte uitgespreid, daar een kleine week den tijd hebben om te broeien en te rotten, voordat zij worden weggevoerd, terwijl het hier bedoelde terrein bij regenachtig weer modderig en slecht begaanbaar is, en het er bij droog en winderig weer stuift, is het duidelijk dat men hier te doen heeft met bodem- en luchtverontreiniging op groote schaal: en het laatste niet alleen door den stank, maar ook door stof. Dat hiermede een zeer onhygiënische toestand gegeven is, staat naar het oordeel der Commissie vast, ook al mocht bepaalde schade aan de gezondheid van staalwerkers en omwonenden niet direct zijn aan te toonen. Men behoeft zich slechts in te denken in de toch altijd bestaande moge lijkheid dat de gemeente bezocht wordt door eene ernstige epidemie om overtuigd te zijn dat de tegenwoordige inrich ting van de aschstaal, uit hygiënisch oogpunt bezien, hoogst bedenkelijk mag worden genoemd. Daarby komt de moeilijkheid van het vervoer van het zoogenaamde „waardelooze” vuil. De vrees, dat de omlig gende gemeenten bezwaar zullen gaan maken tegen den invoer van dat waardelooze vuil en bepalingen daartegen in het leven zullen roepen, is niet hersenschimmig. De gemeente Rijswijk is den anderen omliggenden gemeenten hierin reeds voorgegaan. Het wil der Commissie dus voor- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 927