39
r.
28
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
Aan den Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid werd
aanleiding van dit schrijven zullen volgen, is der Commissie
tot lieden niet bekend.
Naar aanleiding van een ingekomen klacht, werd een
besluit van Burgemeester en Wethouders uitgelokt, waarbij
aan den tegenwoordigen houder der vergunning tot het
hebben van eene bewaarplaats van lompen en beenderen
achter een perceel aan de Nieuwe Molstraat, nieuwe voor
waarden werden opgelegd.
In de meergemelde Memorie van Antwoord van Burge
meester en Wethouders noemen.zij de in ons vorig jaarver
slag voorkomende bewering, dat soms de geheele omgeving
van de Gasfabriek nabij den Loosduinschenweg blauw staat
van den damp, „zeer overdreven”. Ontkend wordt dus
blijkbaar niet, dat hier reden tot klagen zou kunnen zyn.
Volgens Burgemeester en Wethouders is by het laden en
trekken van de retorten en het bedrijf der gasgeneratoren
ontwikkeling van rook en stof niet te vermijden, evenmin
als by blussching van cokes (en stoomontwikkeling, en zijn
er tot dusverre in de techniek geen middelen bekend,
waardoor bij de gasbereiding rook en stof vermeden kun
nen worden.
Het is naar het oordeel onzer Commissie evenwel niet de
vraag of de hiergenoemde bezwaren vermeden kunnen wor
den, maar wel of zy hier ter stede bij de oude Gasfabriek
tot het bereikbare minimum worden teruggebracht. Daarom
trent leest men in gezegde Memorie alleen dat alle maat
regelen zyn genomen, „dat de bewerkingen, die het gas
„ondergaat, geen hinder veroorzaken”. Zyn by het laden en
trekken der retorten en by de blussching der cokes be
doelde maatregelen niet alle genomen, zou men geneigd
zijn te vragen.
De nieuwe Gasfabriek lykt in ieder geval reeds heel wat
geringer luchtbederf te veroorzaken, en dat niet alleen
wegens den voorloopig geringeren omvang van de gas
productie.