39 39 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. HOOFDSTUK V. Woonkeeten. Door eene aannemersfirma was als woonkeet voor polder jongens in gebruik genomen het koetshuis, de paardenstal en de voormalige koetsierswoning op het terrein van de Pletterij van Enthoven. Het koetshuis was in tweeën gedeeld en bevatte aldus twee bijzonder slecht verlichte woonruim ten, in één van welke een schrobkolk aanwezig was, die nog al eens stonk. In de boxes van den paardenstal waren slaapplaatsen ingerieht, doordat wat stroo op den gestraten vloer was neergelegd. In de koetsierswoning sliepen op den niet ruimen zolder niet minder dan 10 polderjongens. De aannemer, op dezen slechten toestand opmerkzaam gemaakt, deed zijn arbeiders verhuizen naar een paar leeg staande pakhuizen op hetzelfde terrein, zulks alweder zon der vergunning te vragen om deze gebouwen te doen bewonen. De pakhuizen waren daar zonder ingrijpende ver andering dan ook in het geheel niet geschikt voor te achten. Toen daarna door den aannemer op aandrang dezerzijds daarvoor vergunning was aangevraagd en die vergunning was afgekomen, bleken de veranderingen die in de pak huizen zouden moeten worden gebracht, zoo belangrijk te zjjn, dat ook de pakhuizen maar weder ontruimd werden. Korten tijd daarna lag het werk door andere omstandigheden stil en waren de polderjongens afgedankt. Uit deze geschiedenis blijkt evenwel duidelijk hoe weinig nog bij de aannemers is doorgedrongen het besef, dat zij hunne arbeiders maar niet op allerlei willekeurige wijzen onder dak mogen brengen. Het gold hier toch een bekende aannemersfirma hier ter stede, die, om niet te vervallen in de kosten van één of meer woonkeeten zich niet heeft ont zien om een stal als slaapplaats voor menschen in gebruik te geven. Van deze firma, die voor de gemeente vaak groote werken heeft, uit te voeren, zou men beter zorg voor haar personeel verwacht hebben. In ieder geval zal Bouw- en Woningtoezicht, dat door de Commissie met deze zaak in kennis werd gesteld, nauw-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 945