97
Met het oog op eventuëele onteigening van de aan
den Rijswijkschen Weg gelegen perceelen, kadastraal
bekend als Sectie A. I. Nos. 391 en 392, werden de be
scheiden, bedoeld bij art. 80 der Onteigeningswet, van
27 Mei tot 10 Juli ter Gemeente-Secretarie ter visie
gelegd.
Den 3den December verscheen het prae-advies op de
hierboven bedoelde adressen, houdende voorstel om de
perceelen, kadastraal bekend als Sectie A.I. nos. 391 en
392, krachtens het bepaalde bij art. 77 sub 4° der Ont
eigeningswet ten name van de Gemeente te onteigenen
en om voorts op de overige perceelen en perceelsge-
deelten, welke ingevolge de boven aangehaalde Raads
besluiten zijn bestemd voor den aanleg van openbare
straat, bouw verbod te vestigen.
In de Raadsvergadering van 8 April werd besloten
tot het indienen van een adres aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal betreffende het bij die Kamer aan
hangige wetsontwerp, aangaande de wijziging van de grens
der Gemeenten 's-Gravenhage, Voorburg en Wassenaar.
(Zie jaarverslag over 1906 blz. 88). In de vergadering
van 6 (Mei werd voor kennisgeving aangenomen de
mededeeling, dat door Burgemeester en Wethouders,
naar aanleiding van een adres van den Gemeenteraad
van Voorburg, een nader adres te dezer zake was ver
zonden.
Het wetsontwerp werd echter ongewijzigd door de
Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal goedge
keurd, achtereenvolgens in de vergaderingen van 14
Mei en 10 Juli.
Den 16den Juli verscheen de desbetreffende wet in
i het Staatsblad (no. 213), waarbij het nieuwe gebied met
I ingang van 1 Augustus bij onze Gemeente werd gevoegd.
In een openbare vergadering van Gedeputeerde Staten
op 26 Maart werd behandeld een verzoek van de Zuid-
Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij tot het
afvoeren van den legger der wegen en voetpaden van
i de Gemeente Wassenaar, van een gedeelte van den
Bezuidenhoutschen Weg, gelegen ten Oosten van den spoor
weg van Rotterdam naar ’s-Gravenhage en Scheveningen.
7