41 4 toezicht en met geregeld overleg, waar zich moeilijkheden voordeden, een begin gemaakt met het vervaardigen van een fiche’s klapper op de resolutieboeken van de Groote Wet het college van burgemeesters, schepenen en vroed schappen. Dit kwam gereed tot het jaar 1672, wanneer de invloed van de vroedschap zoodanig werd ingekort, dat slechts enkele zaken aan haar medezeggenschap werden onderworpen. Het kwam mij voor, dat het daarom van meer belang was, dit werk voorloopig te staken, en eerst een gelijksoortigen klapper te maken op de tweede reeks resolutieboeken, die van de Kleine Wet het college van burgemeesters en schepenen. De arbeid daaraan was op 31 Dec. gevorderd tot 1621. Ook op de, zooveel belangrijk materiaal bevattende, registers van de op ingekomen requesten door Burgemeesters gegeven appointementen liet ik een klapper bewerken. Voor dit, wel zeer omvangrijke maar veel eenvoudiger werk, kon ik dankbaar gebruik maken van de vrijwillige hulp van den P. Saaymans Vader en na diens, terwille zijner gezondheid noodzakelijk vertrek, van die van mej. D. Douglas nadat beide zich eenigen tijd in het lezen van oudschrift hadden geoefend, o. a. door het vervaardigen van een fiche’s-klapper op de doopboeken der Nieuwe Kerk. (Deze kwam zoodoende gereed voor de jaren 1656-1675) De klapper op de appoin- tementboeken werd voortgezet tot 1676, misschien komt hij in 1908 gereed. Ten einde terstond dienst te kunnen doen werd van al deze klappers het gereedgekomen materiaal geregeld in de gewenschte orde gerangschikt. Bij het opmaken van een schema voor de archiefordening bleek mij herhaaldelijk hoeveel bezwaar het oplevert, dat er niet een goed overzicht bestond van de inrichting der Haagsche stedelijke besturen na 1795. Tot 1737 heeft de Riemer er een vervaardigd en opgenomen in zijn bekende Beschrijving van ’s-Gravenhage, dat, hoewel aanvulling en verbetering behoevende, toch zeer bruikbaar is. Voor de namen der tot de bestuurscollege’s behoorenden is dit werk tot 1795 voortgezet door den heer M. G. Wildeman; maar voor de juist zoo herhaaldelijk gewijzigde bestuursinrichting na dat jaar moesten de gegevens nog worden verzameld. Er bleef dus niets anders over dan het eenige middel ter hand te nemen en een zoodanig overzicht zelf samen te stellen. De tamelijk omvangrijke arbeid kwam gereed en daar ik meende, dat ook anderen er van zouden wenschen gebruik te maken bood ik hem ter afdruk aan in de Bijdragen en Mededeelingen der vereeniging „die Haghe”. Het over zicht loopt nu tot aan de invoering der Gemeentewet (1851) Voor zoover op zijn tijd niet beslag gelegd werd voor VERSLAG GEMEENTE ARCHIEF EN -BIBLIOTHEEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 992