39 56 HOOFDSTUK X. Levens- en Genotmiddelen. In aansluiting aan het in het vorig verslagjaar ingestelde onderzoek naar de hoedanigheid van eenige hier ter stede aangekochte monsters koffiestroop, berichtte een winkelier dat hij de bij hem gekochte koffiestroop in goed vertrouwen van een grossier hier ter stede had betrokken. Hg zond ten overvloede nog een monster fijne en een monster grove K beeld vindt, het is droevig om het te moeten constateeren, reeds heel wat navolging. In verband nu met een mogelijk optreden der cholera ook hier ter stede en het wensehelyke dientengevolge van een nauwlettende zorg voor een goede drinkwatervoorziening heeft de Commissie in October 1908 nog eens de bijzondere aandacht van Burgemeester en Wethouders gevestigd op den onhoudbaren toestand, waarin de bewoners der boven bedoelde perceelen nog steeds verkeeren. De Commissie meende uit hygiënisch oogpunt in dezen toestand niet te mogen berusten en gaf aan Burgemeester en Wethouders mitsdien dringend in overweging om door opheffing van het verbod van duinwaterlevering daaraan een einde te willen maken. De Commissie is nl. van meening, dat, al is de gemeente door de rechterlijke en administratieve autoriteiten, wier uitspraken in deze zaak zijn uitgelokt geworden, in het gelijk gesteld, daaruit nog niet voortvloeit, dat.zij ook moreel gerechtigd zou zijn tot het nemen van een dwangmaatregel als de bovenbedoelde. Overal in den lande dringt het Staatstoezicht op de Volks gezondheid aan op een goede drinkwatervoorziening als op een maatregel van primair belang. Gaat het dan aan, dat het Haagsche Gemeentebestuur volhardt bij een besluip dat zoowel uit een moreel als uit een hygiënisch oogpunt niet te verdedigen is? Wij aarzelen niet die vraag ontkennend te beantwoorden en meenen te dezer plaatse nogmaals ten sterkste te moeten aandringen op het doen aansluiten aan de duinwaterleiding van al de hier bedoelde perceelen. VERSLAG PER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1008