41 3 Toestand der verzamelingen. Beschrijving der verzamelingen. De herkomst van enkele der Gemeente toekomende oude renten en pachten, staande op huizen aan den Hofsingel. Naar aanleiding van laatstgenoemd rapport werd mij door Uw College opgedragen te gelegener tijd verslag uit te brengen over de herkomst van alle nog loopende renten, pachten, recognitiën, enz. Na de uitvoerige mededeelingen in mijn eerste verslag (1906) kan ik kort zijn, daar de bewaring in hoofdzaak de zelfde is gebleven. Evenals het vorig jaar is ook in dit jaar voortgegaan met het aanbrengen van kleine verbeteringen, waarbij echter het ontbreken van een voldoende gelegenheid om te werken zich hinderlijk d^ed gevoelen; ook de felle koude in de winter- en de overmatige warmte in de zomer maanden maakte het onmogelijk om geregeld werkzaamheden op de archiefzolders te verrichten. a. Archief. Nog steeds in de onmogelijkheid om de dringend noodzakelijke inventarisatie van het archief ter hand te nemen, van welke onmogelijkheid ik de redenen in mijn verslag over 1906 uitvoerig heb uiteengezet moest ik mij ook dit jaar bepalen tot allerlei werk van voorbereidenden of ondergeschikten aard. Zoo ben ik in 1908 begonnen met een inventariseering van het archief van het regeeringscollege, bekend onder den naam „de Sociëteit”, ook al achtte ik het waarschijnlijk dat de in mijn verslag 1906 gesignaleerde pakken „varia” nog verschillende tot dit archief behoorende stukken zouden bevatten, welke verwachting sedert herhaal delijk werd bevestigd, waarom ik ook deze inventariseering slechts als een voorloopige beschouwen moet, in afwachting van de geheêle beschrijving dier varia, waaraan weder ge regeld is gearbeid, - eerst door Mej. van Diepen, en daarna door haar met vrijwillige en zeer gewaardeerde hulp van Mej. C. Weicker, die zich eerst door eenvoudiger arbeid ge oefend hadbij de 7 portefeuilles, die waren gevormd, konden er zoodoende nog 29 gevoegd worden. De beschrijving der varia werd door deze beide dames afgewisseld met het voort zetten van de klappers, eerst op de resoluties der Kleine Wet, welke vorderde tot 1633, daarna op de Appointementen van Burgemeesteren, welke gereed kwam tot en met 1682. Een dergelyke klapper op de aan de Rekenkamer uitgebrachte adviezen werd over de jaren 1625—1736 voltooid. Ook aan de klappers op de doopboeken werd iets gevorderd. VERSLAG GEMEENTE-ARC11IEF EN -BIBLIOTHEEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1037