45 5 Sleepdienst. Het geheele jaar werd de sleepdienst uitgeoefend, door de sleepbooten Staalduin en Kijkduin, van 15 April tot 15 December aangevuld met de sleepboot Wesp, terwijl in drukke tijden ook de sleepboot Maassluis assisteerde. De sleepbooten Staalduin en Kijkduin werden enkele malen vervangen door de Gier en Maassluis, daar eerstgenoemde sleepbooten dan voor het jaarlijksche Rijksonderzoek der ketels of voor ketelreiniging naar Maassluis moesten. Pe faavep was ip die gevallen dps slechts gedekt door één verscheidene proeven genomen, terwijl in de maand April Z. K. H. Prins Hendrik een tocht met de motorboot meemaakte. 3 April kwam de schokker SCH. 3 in de haven met de equipage (3 man) van de vischslqep O.S. 75, welke in zinkende staat op zee was verlaten. Den avond van denzelfden dag werd het vaartuig door een gedeelte der bemanning van den logger SCH. 410, welke hierop was overgegaan in de haven gebracht, doch zij geraakte in de buitenhaven aan den grond en ging verloren. 16 April kwam de blazer Prins Hendrik binnen, ten einde het wrak van Rijkswege op te ruimen en daarmede werd direct aangevangen, doch het wrak sloeg 18 April uit elkander en de wrakstukken werden door de blazer opgeruimd. 2 Juni werden ten verzoeke van Burgemeester en Wethouders de wrakstukken publiek om contant geld verkocht. 21 April brak de Staalduin de koning van het roer bij het stooten in de buitenhaven en moest zij naar Rotterdam om gerepareerd te worden. 22 April geraakte de schokker SCH. 46 door het breken van den sleeptros bij het uitsleepen in de branding. Daar er gevaar voor stranding bestond en de sleepbooten niet konden assisteeren wegens den lagen waterstand, verleende de motorreddingboot hulp, sleepte het vaartuig uit de branding, waarna dit op eigen gelegenheid weder zee koos. 25 Augustus werd de logger SCH. 160 met een stijven W Z.W. wind, buiig weer, en veel branding in en voor de buitenhaven, uitgesleept. In den mond daarvan brak de sleeptros waardoor hij langs het Noorderhoofd op de daar benoorden gelegen Delftlandsche krib strandde. Hoewel de motorreddingboot oogenblikkelijk langszij was, wilde de equipage het vaartuig niet verlaten. 25 Sept, werd het na vele vergeefsche pogingen vlot gebracht, op de helling gezet, en in beschadigden toestand verkocht aan een reeder te Vlaardingen. Na de lekkage gestopt te hebben werd het naar die plaats gesleept. VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1093