45
6
Seininriehting.
Sleephellingen.
Havengeld.
Evenals de vorige jaren werd op verzoek van de Perma
nente Commissie uit de Reederij door den Raad in zijne
Vergadering van 13 April bepaald, dat het abonnementsgeld
betaald kon worden over acht maanden, met dien verstande
evenwel, dat voor vaartuigen die vóór 1 Mei in de haven
terugkwamen, zooveel twaalfden meer zou worden betaald,
als zij maanden of gedeelten daarvan vóór 1 Mei terugkeerden.
Van de f 41,80 welke nog over 1907 geïnd moest worden,
werd f 40,voldaan. De eigenaar van de schokker welke
nog f 1,80 verschuldigd was kon niet gevonden worden,
terwijl de schokker bereids gesloopt was,
Bij Raadsbesluit van 10 Februari 1908 werd aan de Sleep-
helling Maatschappij Scheveningen een vierde helling ver
huurd tot 30 Juni 1910.
Toch kon met de vier in exploitatie zijnde hellingen slechts
betrekkelijk in de behoefte worden voorzien, daar de reeders
hunne schepen liefst zoo laat mogelijk lieten hellingen en er
zelfs met het doen van grootere reparation te lang gewacht
werd. Hierdoor kwamen alle aanvragen op het laatste moment
in en kon een ieder niet altijd bevredigd worden.
der in het Raadsbesluit d.d. 6 Augustus 1906 bedoelde poinp-
inrichtingen. Deze pompinrichtingen werden een paar maal
door den Commandant van de Brandweer beproefd en in
orde bevonden.
De sleepdienst werd naar behooren waargenomen en geen
klachten kwamen in.
De seininriehting met haren uitkijk en telefoon bewezen
goede diensten aan de scheepvaart en hare belanghebbenden.
De minste diepte in de vaargeul, vanaf 300 Meter uit zee
tot aan de binnenvoorhaven, wordt aangegeven. Deze minste
diepte werd het geheele jaar gevonden in de 'buitenhaven.
De diepte bij gewoon laag water bedroeg in Januari en
Februari 16 d.M. van Maart tot ‘en met Juli 15 d.M., het
overige van het jaar 14 d.M.
Het gemiddeld verval was 16 d.M.
De hoogste waterstand werd waargenomen op 23 November
3 M. D. P. of 48 d.M., de laagste 29 December 17 d.M. D. P.
of 1 d.M.
VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.