47 i 2 Afd. voor vrouwen: schoonmaaksters dagmeiden en dagmeisjes noodhulp-dienstboden naaisters en -leerlingen plantsoen werkers behangers loodwerkers en -leerlingen idem idem idem idem. 64 12 6 4 5% 3 3 idem idem Buiten de Gemeente werden in 1908 geplaatst 82 mannen, waarvan 11 buitenslands, terwijl van de 71 plaatsingen bin nenslands 8 op aanvraag van een andere arbeidsbeurs ge schiedden. De vrouwen-afdeeling plaatste 15 maal buiten de Gemeente. In de redenen, die de uitzending naar het buitenland voorshands onraadzaam maakten en in het vorige jaarver slag werden medegedeeld, kwam nog geen verandering. Wel voegde er zich deze reden bij, dat de vraag naar arbeids kracht in Duitschland in 1908 belangrijk afnam. Op dit oogen- blik is van plaatsing van Nederlanders aldaar, met name in het Ruhrgebied, waar de meeste Nederlanders heen trokken, geen sprake. Omtrent de bij de Staatsmijn te Heerlen geplaatste 6 werk lieden ontving het Bestuur gunstige berichten. Voor meer dere was echter in 1908 geen plaats. In de bemoeiingen van het Bestuur inzake plaatsing buiten de Gemeente, is een groote verandering gebracht door de 3 Maart 1908 opgerichte vereeniging van Nederlandsche arbeidsbeurzen, tot wier bevoegdheid deze bemoeiingen bij uitstek behooren. Op uitnoodiging van Burgemeester en Wet houders van ’s-Gravenhage kwam ons Bestuur op genoemden dag in de Raadzaal byeen met afgevaardigden uit Amster dam, Haarlem, Leiden, Dordrecht, Schiedam, Arnhem, Maas tricht, Venlo en Groningen. Nadat tot de oprichting was be sloten, werden de statuten en het huishoudelijk reglement vastgesteld en als beurs, met de dagelyksche leiding belast, voor den tyd van drie jaren, de Haagsche arbeidsbeurs aan gewezen. De Voorzitter van het Bestuur der Haagsche beurs was daardoor tevens Voorzitter der Vereeniging, terwyl de beide andere leden van het vereenigings-bestuur door Amster dam en Arnhem worden afgevaardigd. Tot secretaris-penning- meester werd benoemd Mr. N. P. C. van Wijk, advocaat te ’s-Gravenhage. Tot de vereeniging toegetreden zijn de ge meenten Amsterdam, Arnhem, ’s-Gravenhage, Groningen, Haarlem en de arbeidsbeurzen te Maastricht en Utrecht. De dagelyksche leiding vorderde van ons Bestuur aanvan- s VERSLAG VAN DE ARBEIDSBEURS. van het geheele aantal plaatsingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1114