7 B. Gekeurde monsters. Bemonsterd en in het laboratorium onderzocht werden 1909 monsters volle melk, waarvan 1551 van melkverkoopers, 197 van veehouders op het oogenblik dat de melk aan de slijters werd afgeleverd, 129 van veehouders bij invoer in de gemeente en 32 stal- of weidemonsters. Het bemonsteren van melk van melkverkoopers had, zoo wel op straat als in de winkels plaats. Op straat werden 664, in winkels 887 monsters genomen. Zooals in het le kwartaalrapport is meegedeeld, werd boven dien in de maand Januari, mitsdien vóór het in werking treden der verordening, gelegenheid gevonden 142 melk- monsters in verschillende stadswijken en in verschillende melkwinkels aan te koopen en te onderzoeken. Van deze 142 monsters, door de keurmeesters als particulier aangekocht met de bedoeling een overzicht te krijgen van de samen stelling der handelsmelk vóórdat de dienst zijn werkzaam heden aanving, waren 89 of 62.7 °/0 vervalscht, terwijl boven dien 12.5 der onderzochte monsters als mindeugdelijk moesten worden gequalificeerd. Het gemiddelde vetgehalte van deze monsters bedroeg 2.61 een cijfer dat voldoende voor zichzelf spreekt als men bedenkt, dat door mij te Leiden, nadat de dienst aldaar enkele jaren gewerkt had, als gemiddeld vetgehalte der melk in Januari 1905 werd ge vonden 3.12%, in Januari 1906 3.14%. In de maand Februari werd van bijna eiken melkverkooper een monster volle melk genomen, het gemiddeld vetgehalte bedroeg 2.64 Ondeugdelijk van samenstelling bleken ruim 50 der onderzochte monsters. Bij hel constateeren van grove vervalschingen werd de melkverkooper gewaarschuwd. Het verhoudingscijfer tusschen het aantal gekeurde monsters en het aantal waarschuwingen verminderde van week tot week. Deze verbetering bleek echter later toen de eerste vrees voor den dienst was verminderd, helaas van tijdelijken aard te zijn, want vele slijters, welke bij de eerste monstername melk van deugdelijke samenstelling afleverden, bleken bij de tweede of derde bemonstering hunne waar toch te ver- valschen. Nadat mocht worden aangenomen dat elke melk verkooper wist, dat van overheidswege toezicht op zijn waar werd uitgeoefend, werden in de overige maanden van het j aar wekelijks ongeveer 30 a 40 monsters melk onderzocht en indien bleek dat de melk ondeugdelijk van samenstelling was, tegen den betrokkene proces-verbaal opgemaakt, zoo hij zijn onschuld niet kon bewijzen. Bleek daarentegen de veehouder vervalschte melk aan den slijter af tej leveren, dan werd deze voor den strafrechter ter verantwoording geroepen, VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN. 48

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1137