J
I
h
11
II. Gepasteuriseerde melk en gesteriliseerde melk.
bodemlagen (zak water) dient door den melkhandel niet te
worden gebruikt. Wil men zeker zijn, dat dit niet plaats
heeft, dan verbiedt men den melkverkooper een dergelijke
put in bruikbaren staat voorhanden te hebben. Het is toch
algemeen bekend, dat water onttrokken aan een vervuilden
bodem, ongeschikt is als drinkwater en dus eveneens voor het
reinigen van het vaatwerk van den melkverkooper. Heeft de
slijter des zomers koud water noodig, dan voorziet hij zich
van een nortonput. Dergelijke putten geven weliswaar soms
water, dat wel eens om zijn chemische en physische eigen
schappen als drinkwater niet te gebruiken is, doch als het
van voldoende diepte komt mag men aannemen, dat de kans
van infectie met pathogene micro-organismen practisch nul
is, zoodat er uit hygiënisch oogpunt geen bezwaar behoeft
te bestaan, ook al is het water in eenige gevallen ijzer
houdend en troebel, het als koelwater in het melkbedrijf te
gebruiken.
Dit onderzoek is ingesteld om gegevens te verzamelen
voor eene melkverordening.
Gedurende de maanden Februari tot en met Juni werden
deze melksoorten van de verschillende hier ter stede ge
vestigde inrichtingen onderzocht. Van elk fabrikaat werd
een vier- of vijftal monsters genomen. Op grond van de
resultaten dezer onderzoekingen kon een oordeel worden
verkregen over de eigenschappen dezer melksoorten. De
resultaten, zooals in de kwartaalrapporten is medegedeeld,
waren vaak verre van bevredigend. Meermalen werden
bacteriën behoorende tot de coligroep en zelfs in enkele
gevallen proteussoorten aangetroffen. Aan één inrichting
zelfs bleek een monster in ’t geheel geen bewerking te hebben
ondergaan en werd dus als rauwe melk afgeleverd. Het
aantal microörganismen was in vele gevallen veel te groot
l'b.v. 182.300 257.300 428.100 kolonies per ccm). Bij
één fabrikaat bleek de melk bijna regelmatig een rein
cultuur te bevatten van bacteriën behoorende tot de
mesentericusgroep (b.v. 630.400 kol. p. ccm op agar.) Vaak
werd veel vuil aangetroffen, dat bij microscopisch onderzoek
uit koe-uitwerpselen met haren e. d. bleek te bestaan.
In verband met deze resultaten werd overleg gepleegd
met de meeste fabrikanten, teneinde het daarheen te leiden
dat hunne producten in het vervolg meer zouden overeen
komen met de eischen, welke men van behoorlijk bereide
producten van dien aard mag verlangen. Tevens heb ik
daarbij mêegedeeld, dat de resultaten der onderzoekingen
VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN. 48