48 32 XL Meel, Grutten, enz. dus meer dan 30 van het vet door water is vervangen. Nadat aan de winkeliers, wier margarine niet aan den ge stelden eisch voldeed, een waarschuwing is gezonden, met verzoek deze aan den fabrikant over te brengen, is tegen een der fabrikanten, nl. Gebr. Muller te Goor, proces-verbaal opgemaakt wegens het afleveren, resp. doen afleveren van margarine van ondeugdelijke samenstelling (water 33.1 °/o tot 35.5 vet 57.6 tot 60 2 De fabrikant is door den heer Kantonrechter, alsmede door den Rechtbank, vrijgesproken. De zaak zal nu dienen voor het Gerechtshof. Mochten aan de hand der bestaande verordening deze kwade praktijken niet kunnen worden bestreden, dan zal een speciale verordening op margarine noodig blijken, want het toevoegen van groote hoeveelheden water bij margarine heeft nog een tweede bezwaar. Het is bijna niet mogelijk dergelijke water rijke vetmassa’s voor bederf te vrijwaren zonder toevoeging van conserveeringsmiddelen en in den regel worden dan ook deze fabrikaten van bederfwerende middelen voorzien. Nu is het voorkomen van conserveermiddelen in levens middelen geen zeldzaamheid en men zou er nog vrede mee kunnen hebben, waar het voedings- of genotmiddelen geldt, welke slechts een enkele maal worden genuttigd, anders is het echter zoo vele onzer dagelijksche levensmiddelen, waartoe margarine behoort, conserveermiddelen bevatten. In zulke gevallen toch, acht ik het toevoegen van bederfwerende middelen op zijn zachtst uitgedrukt bedenkelijk. In het belang van den winkelier en het publiek acht ik noodig de namen der fabrikanten mede te deelen, die mar garine in den handel brengen met een te hoog gehalte aan water. Als leveranciers dezer waren werden door de winkeliers opgegeven Gebr. van Dam te Zwammerdam, Gebr. Muller te Goor en de Firma Albers te Dordrecht. Enkele partijen bedorven margarine moesten aan de con sumptie worden onttrokken. Gekeurd werden 2538 monsters, gegeven 290 waarschu wingen,. buiten consumptie gebracht 173 partijen, terwijl 6 processen-verbaal werden opgemaakt. In het eerste halfjaar werden in verschillende winkels bedorven meelsoorten, alsmede boonen en erwten aange troffen, welke alle buiten consumptie zijn gebracht. In den Jaatsten tijd schijnt de winkelier meer aandacht te wijden aan deze waar. Een vervalsching van boekweitegrutten met minderwaar- VERSLAG KECRINGSBIEXST VAN’ EET- EN DRINKWAREN’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1162