37
3. Boekweilvet.
dik vloeib.
179.1
Teneinde de onderzoekingen zoo volledig mogelijk te maken
volgen hier eenige bepalingen, alsmede eigenschappen van
bet vet uit havermeel, gerstmeel en roggemeel, alle verkregen
volgens de methode Weybull Berntrop. De cyfers eischep
geen nadere toelichting,
Uit meel III werd door directe extractie een vet verkregen
waaruit zich na eenigen tijd naald vormige kristallen afschei
den, welke nader zullen worden bestudeerd; vandaar hier dit
abnormale verzeepings- en joodadditie getal.
105.3
103.8
104.2
108.8
110.4
107.8
108.2
106.1
182.8
184.0
-179.8
dik vloeib.
0.90
0.53
0.53
64.2
63 8
64.2
III 2.55%. Vet volgens Weybull-Berntrop bij No. 13.48%, II
2.73 III 3.10
Hier zijn de verschillen in refractie, jood en verzeepings-
getal veel geringer dan bij rijst- en tarwevet. De oorzaak
moet worden toegeschreven aan het feit, dat boekweit veel
meer vet bevat dan tarwe of rijst en dus de extractie ter
verzameling van een hoeveelheid vet voldoende voor een
onderzoek niet zoo lang behoefde te worden voortgezet. Bij
korter extractietijd komen de eigenschappen van het vet
volgens beide methoden verkregen, meer met elkander
overeen.
De opzet tot dit onderzoek was de eigenschappen na te
gaan der vetten van rijst en boekweitmeel, in verband met
de veelvuldige vervalschingen van boekweitmeel. Uit de
refractie, de hoeveelheid vet en het joodgetal zijn waarschijn
lijk dienaangaande conclusies te trekken. Nog eenige quanti-
tatieve en qualitatieve bepalingen van boekweitvet zijn in
bewerking.
a. en b. hebben de beteekenis als boven.
Kleur van het vet: groen. Drogen: 'ƒ2 uur in de waterdroog-
stoof. Vet door extractie ged. 12 uur bij No. I 2.5 II 2.26
b'
61.4
60.7
60.8
60.9
61.1
Jood getal.
IL M. getal.
V erzeepingsgetal.
b.
b.
b.
b.
a.
a.
a.
a.
0.56
üiteriyk by
kamertemperatuur.
n
n
I
Refractie 40° C.
VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN. 48