51 A an den Secretaris. 10 der Verordening No. 10 van 1908, bepaald op 50 van de uitkeeringen, welke door vereenigingen aan werklooze personen worden gedaan, tot een maximum van 30 cent per dag gedurende de maanden September en Octoberen voor de volgende maand gesteld op 100 °/o met een maximum van 50 cent. De vergaderingen van het Bestuur, begonnen 30 April 1908, zijn uit den aard der zaak in het eerste jaar niet elke maand regelmatig gehouden Immers werd eerst bij besluit van den Raad van 14 September 1908 bepaald, dat het Fonds geacht zou zijn in werking te treden den Isten Augustus; terwijl bovendien met de uitkeering van den bijslag eerst kon worden begonnen, wanneer aan de in art. 12 van vermelde Verordening gestelde voorwaarden zou zijn voldaan. Het is intusschen het Bestuur aangenaam te kunnen mededeelen, dat het in het jaar 1908 niet genood zaakt is geweest geschillen te vereffenen tusschen besturen van werkloozen-kassen en haar leden. Onmiddelijk na zyne benoeming heeft de Secretaris zich in verbinding gesteld met de besturen van verschillende werklieden en vakvereenigingen. Twee vaste avonden wekelijks werden door hem gesteld, waarop hij voor be sturen te spreken zou zijn Daarvan werd een druk gebruik gemaakt. Bovendien, in tal van byeenkomsten heeft hy van advies gediendterwijl herhaalde keeren door hem lezingen werden gehouden, ten einde de vereenigingen aan te sporen werkloozenkassen op te richten en die bij het Gemeentelijk Werkloozenfonds te doen aansluiten. Deze arbeid is niet zonder succes geweestiets waarop met temeer dankbaarheid mag worden gewezen, omdat niet minder dan vier factoren aanwezig waren, die voor de pogingen van het Bestuur en zijn Secretaris belemmerend moesten werken. In de eerste en voornaamste plaats moet er op worden gewezen, dat in de kringen van de werklieden nog niet zooveel voor het „zich zelven helpen” gevoeld wordt, als door ieder weldenkende mag worden gewenscht. Dit ver schijnsel doet"kich helaas! vrij algemeen in ons land voor. Verbetering is er ongetwijfeld waar te nemen. Maar toch zijn er nog zeer velen, die liever steunen en leunen op anderen dan dat zy, door het wekelijks afzonderen van een klein bedrag, zich zelven een uitkeering verzekeren tegen de dagen van werkloosheid. Waarbij dan nog komt, dat het verzekeringswezen, bepaaldelijk op het terrein van 2 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 1236