Bylage 53
VERSLAG van de Vereeniging „Haagsche Volks-
speelterrelnen”
I
Alhoewel art. 22 van het Huishoudelijk Reglement onzer
Vereeniging voorschrijft, dat in de jaarlijksche algemeene
vergadering door den Secretaris verslag wordt uitgebracht
over het afgeloopen vereenigingsjaar mogen wij niet nalaten,
thans .ook eenen terugblik te werpen op de jaren, die aan
het jaar 1908 zijn voorafgegaan.
Nadat, ettelijke jaren geleden, Mevrouw Beukema-Toe
Water de aandacht had gevestigd op de wenschelijkheid,
om in deze stad openbare speelterreinen in het leven te
roepen, wendde zich de heer F. J. van Paasschen, Directeur
van de „Avondpost”, den 16en Januari 1905 tot den Raad
dezer Gemeente met een request, waarop 22002 handteeke-
ningen voorkwamen en waarbij o. a. werd te kennen ge
geven
dat hier ter stede geen door de Gemeente opengestelde
terreinen voor openluchtspel bestonden;
dat het particulier initiatief van eenige voetbal- en andere
sportvereenigingen slechts ten deele in deze leemte voorzag
dat voor on- en minvermogenden elke gelegenheid ont
brak, om hunne lichamen in de open lucht te oefenen;
dat deze eventueel open te stellen terreinen eene uitmun
tende gelegenheid zouden bieden voor openlucht-gymnastiek
en -spel, waaraan de Haagsche jeugd groepsgewijze onder
toezicht zou kunnen deelnemen;
dat hierdoor aan het spel der jeugd eene richting zou
worden gegeven, die slechts ten goede zou komen aan hare
lichamelijke ontwikkeling en haar verre zou houden van
lust tot straatschenderij.
Dat request werd den 21en Januari d.a.v. gevolgd door
een tweede request met 605 handteekeningen van personen,
die met het eerste request sympathie betuigden, terwijl, in
verband met het adres van 16 Januari, verschillende ver-
eenigingen door requesten het verzoek ondersteunden. Dank
zij het door Mevrouw Beukema—Toe Water genomen ini
tiatief, werd den 24en Juli 1905 de vereeniging „Haagsche
Volksspeelterreinen” opgericht, welke vereeniging ten doel
heeft het openluchtspel te bevorderen tot lichamelijke ont
wikkeling van on- en minvermogenden van alle gezindten
te ’s-Gravenhage. Zij tracht dat doel te bereiken door het