138
II.
Heerschende ziekten.
III. Begraafplaatsen.
1
21
247
173
In verband met de bepaling der wet van 4 December
1872 (Staatsblad No. 134), zooals zij luidt na de daarin
gebrachte wijzigingen bij de wet van 21 Juli 1899,
(Staatsblad No. 166), werden de navolgende aangiften
van besmettelijke ziekten gedaan
Meningitis cerebrospinalis epidemica
Febris typhoïdea
Diphtheritis
Roodvonk
De loop dier ziekten over de verschillende maanden
en naar de verschillende straten treft men aan in de
tabel, opgenomen als bijlage 13.
Verder verwijzen wij naar het verslag van de ver
richtingen en bevindingen van den tijdelijken inspecteur
ter bestrijding der Cholera (zie bijlage No. 14).
verwijzen -wij naar het verslag van den Directeur
van dien tak van dienst, opgenomen onder de bijlagen,
genummerd 50.
b. Een beknopt overzicht betreffende de ontsmetting
van gemeentewege van woningen, goederen enz., en
het vernietigen van sommige besmette voorwerpen treft
men aan in evengenoemde bijlage.
c. Mededeelingen omtrent de wateren en hunne ver-
versching en de genomen maatregelen tot verbetering
daarvan, treft men aan in Hoofdstuk V, sub B, e, 3.
d. Omtrent het toezicht op de riolen, secreten en
urinoirs, verwijzen wij naar de mededeelingen, voor
komende onder Hoofdstuk V, sub B, b, 2 en 5.
1°. Eenige bijzonderheden betreffende de Algemeene
Begraafplaats treft men aan onder Hoofdstuk V, B, f,
alwaar tevens wordt aangetroffen eene opgave van het
aantal grafkelders en graven, welke in gebruik zijn
afgestaan, zoomede deopbrengst van de Begrafenisrechten.
2°. In het afgeloopen jaar werden begraven:
op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1672 lijken
op de bijzondere begraafplaats der Roomsch-Katho-
lieke gemeente 1106 lijken;