211
eeniging, gesteund door vrijwillige bijdragen van parti
culieren, van den heer F. L. Geldmaker diens verzame
ling prenten en plaatwerken, benevens verschillende
boekwerken en brochures betreffende den Haag, welke
aan de gemeente in bruikleen zijn gegeven.
Met het maken van een uitvoerig zaak- en naam
register op de minuut-akten van Haagsche notarissen
wordt geregeld voortgegaan, terwijl het extraheeren der
Transportregisters bijna voltooid is.
In het ons toegezonden verslag over het jaar 1907—
1908 van het Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt
kennis” wordt medegedeeld, dat in het Bestuur ééne
verandering heeft plaats gehad. De onder-voozitter. Dr.
Joh. Dyserinck werd nl. vervangen door den heer Mare.
Emants. De Voorzitter en de zes aftredende bestuur
ders uit de gewone leden werden opnieuw verkozen;
de herbenoeming werd door allen aanvaard. Weinig
minder stabiel zijn ledental en financiën gebleken.
Achtereenvolgens traden voor de leden op, de dames
W. Wessels, W. Schmidt Grans en de heer A. Schinkel
met eenige voordrachten; de heer Dr. J. Dyserink
sprak over Francois Haver Schmidt, toegelicht door een
tentoonstelling van documenten, den schrijver en zijn
werk betreffendeMej. C. C. van de Graft gaf een
overzicht van onze Middel-Nederlandsche Marialegenden
de dichter Pol de Mont gaf den leden een blik in de
geschiedenis der jongste Vlaamsche dichtkunst. Op 16
December sprak prof. Dr. G. W. Kernkamp van Utrecht
over een en ander „uit de correspondentie van Johan
de Witt” na de pauze volgden voordrachten van den
heer en Mevrouw Joh. Haus. Den 30sten December gaf
Prof. Dr. P. H. Ritter uit Utrecht een boeiende causerie
over den Griekschen wijsgeer Empedocles en na de
pauze schetste de heer P. A. M. Boele van Hensbroek
het leven van „Napoleon op St. Helena’'’.
De eerste bijeenkomst van het nieuwe jaar gold de
huldiging van wijlen het eerelid der vereeniging, den
heer Lodewijk Mulder, die in den loop van het vorige
jaar aan het Genootschap ontvallen wasopgevoerd
werd zijn allerbeste werk „De kiesvereeniging van
I Stellendijk”^
Den 27sten Januari beschreef de heer W. Graadt